Oordeelsvormende raadsvergadering

Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Inspreker namens SMAV (Stichting Multifunctionele Accommodaties Venlo)
Boodschap aan de raad: de SMAV wil zijn visie met de raad delen over de Raadsnotitie, betreffende de stand van zaken en de voorgestelde uitgangspunten voor nieuw beleid.

Portefeuillehouder: wethouder Vervoort
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Portefeuillehouder: wethouder Peeters
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Indiener: Tom Verhaegh
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Indiener: Leon van den Beucken
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Portefeuillehouder: wethouder Pollux
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Toelichting:
Geïnteresseerden voor de subsidieregeling ‘verbetering voorgevels’ hebben meer voorbereidingstijd nodig voor de aanvraag, waaronder het vinden van een geschikte en beschikbare bouwer. Gelet op de huidige overspannen bouwmarkt, kost dit meer tijd dan eerst.
Daarom wordt de raad voorgesteld de subsidieverordening aan te passen en de indieningstermijn voor een subsidieaanvraag voor gevelverbetering (artikel 5.8 van de verordening) met één jaar te verlengen, tot 1 januari 2023. Het gaat hier dus enkel om een ‘technische’ verlenging van de aanvraagtermijn.
Inherent aan de voorgestelde aanpassing wordt dit in artikel 10 (slotbepalingen) aangepast.
Door verlenging van de termijn hebben de pandeigenaren langer de tijd gebruik te maken van de regeling, hetgeen – naar verwachting – resulteert in meer subsidieaanvragen.
De uitvoering van de gevelverbeteringen heeft een directe en positieve invloed op de uitstraling van betreffend pand. Dit draagt bij aan de het welslagen van de stadsvernieuwing Q4.

Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Toelichting:
Voorgesteld wordt een bepaling van de Verordening rioolheffing te wijzigen op advies van de BsGW, mede naar aanleiding van rechterlijke uitspraken, om de vrijstellingsbepaling te objectiveren.
Aanleiding zijn de bezwaren van no cure no pay bureau’s tegen aanslagen rioolheffing waarbij men aangeeft dat met het vrijstellen van garageboxen het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden.

De huidige vrijstellingsbepaling in de Verordening luidt als volgt:
‘De belasting wordt niet geheven ter zake van garageboxen, parkeerplaatsen (dienstbaar aan de woning), berging/serviceruimte, hoogspanningsmasten, zendmasten, reclamezuilen, trafo’s en onbebouwde percelen’.

De voorgestelde bepaling luidt:
De belasting wordt niet geheven van:

1. Percelen met een WOZ-waarde minder dan € 27.000;
2. Onbebouwde percelen.

De vrijstelling wordt daardoor objectief bepaald. De wijziging van de verordening betreft in feite een juridische aanscherping van artikel 7.

De wijziging dient voor 1 januari 2022 plaats te vinden zodat de vrijstelling m.i.v. belastingjaar 2022 kan worden toegepast.

Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om de Financiële Rapportage (FinRap) 2021 vast te stellen.
(zie hoofdstuk 2 voor de samenvatting). Verder wordt ook voorgesteld om de Projectenrapportage ruimtelijk fysieke projecten 2021-II vast te stellen.
In de FinRap vindt u de laatste begrotingswijzingen voor 2021 (zie ook bijlage I en II).
Vraag is of de raad met deze wijzingen kan instemmen en met de wijzingen van de reserves en voorzieningen (zie hoofdstuk 6). Verder wordt er een prognose afgegeven van het resultaat einde jaar.
Positief resultaat
Verwacht wordt dat we bij de jaarrekening 2021 uitkomen op een positief resultaat van
€ 11.488.000 (2,5% t.o.v. de gewijzigde begroting). De financiële effecten van het Hoogwater en Corona zijn daarin al meegenomen. Het resultaat is vooral incidenteel en is deels te danken aan aanvullende middelen vanuit het gemeentefonds van het Rijk en (autonome) ontwikkelingen zoals een hogere uitstroom van cliënten naar de Wet langdurige zorg (Wlz) en uitkeringsontvangers.
In totaal is er in 2021 naar verwachting € 8 miljoen (18%) minder uitgegeven dan begroot. Ten opzichte van 2020 is dat verschil kleiner (40%). Een en ander wordt versterkt door het feit dat er in de realisatie tot en met 31 augustus 2021 inclusief de verplichtingen al € 24,5 miljoen (67%) is uitgegeven.
Voor een toelichting op het positieve resultaat zie pagina 3 van het raadsvoorstel.
Wat valt verder op
Bijzondere, in financiële zin positieve, ontwikkeling is de ontwikkeling van de inkomsten voor inkomensondersteuning en de inhaalzorg op jeugd die we bij de VoRap verwachtten en die zich niet heeft voorgedaan. Nog steeds wordt rekening gehouden met een (veel bescheidener dan verwacht) effect in 2022. Ook de BUIG instroom is fors minder dan vorig jaar is begroot. Het voordeel bij Beschermd Wonen wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere uitstroom naar de Wet langdurige zorg. Daar staat een korting op de inkomsten door het rijk tegenover, maar dat levert per saldo nog steeds een voordeel op.
Verder valt de post afval op. In financiële zin een forse negatieve bijstelling die naar verwachting ook van invloed zal zijn op de structurele ontwikkeling van deze begrotingspost. Toenemend aanbod van afval en hogere kosten voor de verwerking van PMD (plastic, metaal en drinkpakken) zorgen voor hoger dan verwachte uitgaven.
Corona en Hoogwater
In hoofdstuk 3 vindt u de gevolgen terug van de Corona pandemie en een verantwoording van wat met het coronafonds is gedaan. Duidelijk is inmiddels wel dat de rijksbijdragen die deze kosten zouden moeten compenseren zeker niet toereikend zullen zijn om de door ons gemaakte kosten en gemiste inkomsten in financiële zin af te dekken. Onduidelijk is of dit ook zo is voor de gevolgen van het hoogwater dat we afgelopen zomer hebben gehad.
Zie voor het hoogwater ook hoofdstuk 4.
Nieuwe plannen
Voor een toelichting per voorstel zie bijlage II.

Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Toelichting:
Zoals gebruikelijk is dit voorstel afkomstig van de auditcommissie. Het jaarlijks terugkerende controleprotocol regelt de reikwijdte van de opdracht van de raad aan de accountant voor de controle van de jaarrekening.
De inhoud van controleprotocol 2021 is voor een belangrijk deel ongewijzigd gebleven ten opzichte van het controleprotocol 2020. Een belangrijkste wijziging betreft de actualisatie van het Normenkader en de thema-audits.
De beïnvloedbare aspecten staan opgenomen in de blauwe tekstvakken. Belangrijkste elementen in deze:
• Geen afwijkende goedkeuringstolerantie
• De rapporteringstolerantie op 5% van de goedkeuringstolerantie (0,05% van omvangbasis) vast te stellen
• Aanvullingen (nuancering) op oordeelsvorming betreffende het begrotingscriterium
• De rechtmatigheidscontrole van de aanbestedingen te richten op de verplichte onderdelen binnen het normenkader (Europese wetgeving)
Speciale aandacht verdient ieder jaar de zogeheten specifieke aandachtspunten (zie § 7 van de bijlage) oftewel thema-audits benoemd. De accountant doet –naast diens reguliere controle- hiernaar expliciet onderzoek en rapporteert separaat aan de raad. Dit jaar stelt de auditcommissie de volgende vragen voor:

1. Waardering van projecten als Kazernekwartier en de verslaggevings-technische verwerking van de Bargeterminal;
2. Ontwikkelingen en beheersing sociaal domein;
3. Waardering deelneming en uitstaande gelden gerelateerd aan Greenport;
4. Kwaliteit tussentijdse informatievoorziening en periodieke afsluiting;
5. Voortgang doorontwikkeling interne processen vanuit de risicoanalyse en proces-verantwoordelijken;
6. Vaststellen borging bevindingen in de primaire processen uit de managementletter 2021 en de versterking van het ‘3 lines of defense model’;
7. Doorontwikkeling van de verbijzonderde interne controlefunctie (VIC);
8. Beheersing exploitatiestromen gerelateerd aan Covid-19.

Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Wat ligt voor?
De raad wordt voorgesteld om de bestuurlijke planning van producten in de Planning & Control (P&C) cyclus voor het jaar 2022 vast te stellen. Met de P&C producten kan uw raad integraal inhoudelijk en financieel sturen. De volgorde van de producten uit de P&C cyclus is zo op elkaar afgestemd dat de raad afwegingen kan maken op basis van de meest actuele situatie, beginnend met de omgevingsanalyse.
Zie daarvoor ook pagina 2 van het raadsvoorstel.

Toelichting
Komend jaar is vanwege de gemeenteraadsverkiezingen een bijzonder jaar.
Gestart wordt met een omgevingsanalyse, die op 24 februari wordt toegelicht in de themabijeenkomst en op 9 maart in de oordeelsvorming wordt besproken in de raad. Analoog aan voorgaande verkiezingsjaren, is de Kadernota 2023-2026 beleidsarm.
Dit omdat het nieuwe coalitieakkoord de beleidskaders- en uitgangspunten bevat op basis waarvan de programmabegroting in 2023-2026 wordt opgesteld.

Voor 18 mei 2022 (oordeelsvormende vergadering Kadernota 2023-2026) ontvangt de raad een Raadsinformatiebrief over de jaarstukken. In juni is de controleverklaring van de accountant beschikbaar.

Portefeuillehouder: wethouder Peeters
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Toelichting:
Voorstel:
U wordt voorgesteld de zittingsduur van de leden van de van de Adviescommissie Welstand en Erfgoed te verlengen tot 1 november 2022. Het gaat om:

1. Mevrouw A. Marx als voorzitter en inhoudelijk lid (architect)
2. De heer S. Goth als voorzitter en inhoudelijk lid (architect)
3. De heer H. Hundertmark als inhoudelijk lid (bouwhistoricus)
4. De heer R. Brouwers als inhoudelijk lid (restauratie-architect);
5. De heer W. Pantus als inhoud lid (cultuurhistoricus).
   Aanleiding:
   De gemeenteraad benoemt en ontslaat, op voorstel van burgemeester en wethouders, de voorzitter en de leden van de van de welstand-en monumentencommissie.
   De benoemingstermijn van de zittende leden verstrijkt op 1 januari 2022, maar de voorzitters en leden hebben naar verwachting gefunctioneerd en willen graag herbenoemd worden tot het einde van de maximale benoemingstermijn, zijnde 1 november 2022.
   Toelichting:
   Door het verlengen van het benoemingsbesluit voor de voorzitters en leden van de welstand-en monumentencommissie wordt weer voldaan aan de wettelijk kaders.
   Vervolg:
   De raad zal in het voorjaar 2022 verder betrokken worden bij de instelling van een nieuwe gemeentelijke adviescommissie. De huidige Adviescommissie Welstand en Erfgoed komt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet te vervallen.

Portefeuillehouder: wethouder Peeters
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Toelichting:
Wat wordt voorgesteld?
Met betrekking tot de Kern Tegelen wordt voorgesteld:
1. geen exploitatieplan vast te stellen;
2. de ingediende zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan grotendeels niet over te nemen en deels wel over te nemen, overeenkomstig de nota van zienswijzen;
3. het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte Tegelen gewijzigd vast te stellen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan, overeenkomstig de nota van wijzigingen;
4. de met name genoemde bepalingen van lokale verordeningen buiten toepassing te verklaren voor het plangebied van het bestemmingsplan verbrede reikwijdte Tegelen.

Pilot Omgevingsplan Kern Tegelen
Voor de kern Tegelen is een nieuw bestemmingsplan opgesteld als experiment in het kader van de Crisis- en herstelwet. Met dit bestemmingsplan anticipeert de gemeente Venlo op de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet (1 juli 2022) en het nieuwe instrument Omgevingsplan. Omdat juridisch de benaming ‘Omgevingsplan’ nog niet kan worden gebruikt, spreken we in dit kader over ‘bestemmingsplan verbrede reikwijdte Tegelen’.
Dit bestemmingsplan dient als pilot, voorbeeld én opmaat voor alle overige nog te maken ‘bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte’ voor de gehele gemeente Venlo.
Uiteindelijk zullen deze alle worden samengevoegd naar een Omgevingsplan voor de hele gemeente Venlo (uiterlijk in 2029). Het voorliggende bestemmingsplan voldoet nog niet aan alle eisen van de nieuwe wet; dat kan ook niet, omdat de nieuwe Omgevingswet nog niet in werking is getreden. Met het nu voorliggende bestemmingsplan willende gemeente Venlo vooral leren en zover als mogelijk werken volgens deze nieuwe wet.

De verschillen tussen regulier bestemmingsplan en bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kent een eenvoudiger structuur, is gebiedsgericht en globaal, integreert onderdelen uit verordeningen in het plan, is flexibel en maakt koppeling naar beleidsregels, gaat niet uit van ‘neen, tenzij’, maar van ‘ja, mits’, streeft zo min mogelijk vergunningplicht na, gaat uit van participatie (de omgevingsdialoog) bij vergunningsplichtige initiatieven, laat onderzoeks- en exploitatieverplichtingen zoveel mogelijk in de vergunningsfase, legt ontwikkellocaties niet in detail vast. Tot slot: de Welstandsnota wordt geïntegreerd in het Omgevingsplan.

Afwijken van de Wet ruimtelijke ordening
Op basis van het Besluit Crisis- en herstelwet d.d. 5 september 2014 heeft de gemeente de mogelijkheid om een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte (Omgevingsplan) op te stellen, met daarin de mogelijkheid om op een aantal onderdelen af te wijken van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Denk daarbij aan o.a.:

• regels toevoegen over een veilige en gezonde leefomgeving
• regels opstellen, waarvan de uitleg afhankelijk is van concrete beleidsregels
• minder zware eisen aan de uitvoerbaarheid van het plan; bijvoorbeeld onderzoekverplichtingen doorschuiven naar de vergunning-fase
• financieel-economische uitvoerbaarheid doorschuiven naar de vergunning-fase.
• regels opnemen over welstand.
  - verordeningen over een veilige en gezonde fysieke leefomgeving opnemen in de regels.

Uitgangspunten voor Omgevingsplan
Op 28 september 2016 stelde de raad de volgende uitgangspunten vast voor het toekomstige Omgevingsplan Venlo:

1. Basis: de doelen en ambities van de stad.
2. Gebiedsgerichte aanpak en maatwerk.
3. Basisnormen ter bescherming van een goede en veilige leefomgeving; ruimte voor flexibiliteit.
4. Een integraal afwegingskader, met mogelijkheid voor aanvullende procesregels.
5. Voldoende balans tussen flexibiliteit en rechtszekerheid.
6. Toekomstbestendig.
7. Uitgangspunten voor systematiek en opzet
8. Specifieke uitgangspunten over onderzoeksverplichtingen, maatschappelijk draagvlak, dynamisch voorraadbeheer, handhaafbaarheid en over het begrip fysieke leefomgeving.
9. Regels over de fysieke leefomgeving, die nu zijn opgenomen in verordeningen, deze zullen geheel of gedeeltelijk worden opgenomen in het Omgevingsplan, indien bescherming van de fysieke leefomgeving het hoofdmotief is van de betreffende regel.
10. In de planregels van het Omgevingsplan een koppeling maken met concrete gemeentelijke beleidsregels.

In het nu voorliggende bestemmingsplan zijn daarnaast nog de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd:

1. Beleidsneutraal bestemmingsplan: vigerende beleid en visies zijn inhoudelijk bepalend en richtinggevend.
2. Het bestemmingsplan wordt opgesteld voor bestaand (stedelijk) gebied en dus niet voor een grootschalige gebiedsontwikkeling of transformatiegebied.
3. Het bestemmingsplan wordt opgesteld op basis van de aanwezige personele capaciteit en beschikbare financiële middelen.
4. Het nu op te stellen plan is een groeimodel, omdat het nog niet mogelijk is om een Omgevingsplan op te stellen, dat aan alle eisen van de nieuwe wet voldoet.

Specifieke inhoudelijke aandachtspunten
• Detailhandel: ter uitwerking van het Uitvoeringsplan detailhandel Tegelen is het door de raad vastgestelde compacte centrumgebied verwerkt in dit bestemmingsplan. Alleen in dit kernwinkelgebied is detailhandel toegestaan. Daarbuiten niet. It heef gevolgen voor circa 25 panden.
• Groen en Water: de basiskaart Groen en Water als onderdeel van de Agenda Groen en Water (30 september 2021 vastgesteld door de raad) is verwerkt in het bestemmingsplan.
• Erfgoed, cultuurhistorie: als uitwerking van de Nota Erfgoed zijn de cultuurhistorische aspecten verwerkt in het bestemmingsplan.
• Projectlocaties Martinushof en Vossen-Breuers (lopende): deze zijn buiten dit bestemmingsplan gehouden.

Zienswijzen
Er zijn 21 zienswijzen ingediend tegen dit bestemmingsplan; het merendeel heeft betrekking op het borgen van vigerende rechten en/of bestaande situatie.
Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de ingediende zienswijze op onderdelen aangepast. Zie voor een uitvoerige toelichting pagina 4-5 van het raadsvoorstel en de door u vast te stellen Nota van Zienswijzen (bijlage 1).

Proces
Dit bestemmingsplan met verbrede reikwijdte Kern Tegelen is tot stand gekomen in overleg en afstemming met Wijkraad Tegelen Noord, Taskforce centrum Tegelen, BIZ en centrummanager, Veiligheidsregio, Provincie Limburg en Waterschap.
Vanaf 2016 wordt het hele traject richting Omgevingswet voor de (rol van de) raad begeleid door de raadswerkgroep Omgevingswet, die samen met de ambtelijke organisatie meerdere informatie- en werksessies heeft georganiseerd en nog zal organiseren, voor zowel de raadswerkgroep zelf als de hele raad. De werkgroep heeft mede input geleverd voor het nu voorliggende en vast te stellen bestemmingsplan met verbrede reikwijdte Tegelen.

Vervolgprocedure raad
Met betrekking tot dit raadsvoorstel en te nemen raadsbesluit is er geen vervolgprocedure voor de raad.
Dat geldt uiteraard wél voor het verdere traject richting Omgevingswet.
De raadswerkgroep Omgevingswet houdt hier voor de raad de vinger aan de pols, samen met college en ambtelijke organisatie.
Op 2 november 2021 heeft het college een plan van aanpak Omgevingsvisie (koers 2024) en Omgevingsplan (koers 2029) vastgesteld. De raad is hierover geïnformeerd bij raadsinformatiebrief 2021-145.

Voor een goed begrip: het traject Omgevingsvisie en het traject Omgevingsplan (optelsom van de diverse te maken ‘Omgevingsplannen’) lopen deels parallel.

Portefeuillehouder: wethouder Vervoort
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om de conclusies van het opvolgingsonderzoek van de rekenkamer naar de Schuldhulpverlening in Venlo vast te stellen en te blijven toezien op de uitvoering van alle 18 aanbevelingen, met name in de verbetering van het slim en systematisch gebruik van onderzoeksgegevens.

Aanleiding
In december 2019 presenteerde de rekenkamer haar rapport over schuldhulpverlening in Venlo aan de gemeenteraad. In de zomer van 2021, ruim anderhalf jaar na het verschijnen van het oorspronkelijke rapport, heeft de rekenkamer opnieuw naar de schuldhulpverlening gekeken met een zogenaamd opvolgingsonderzoek. Daarbij is onderzocht hoe de door de raad vastgestelde aanbevelingen van het rekenkameronderzoek zijn uitgevoerd.
Met de oplevering van het opvolgingsonderzoek hoopt de rekenkamer de gemeenteraad te ondersteunen in zijn controlerende rol.

Wat is gedaan met de 18 aanbevelingen?
De analyse van de wijze waarop het college de aanbevelingen over heeft uitgevoerd, levert een gemengd beeld op. Geconstateerd wordt dat er op allerlei manieren en plekken in de organisatie hard is gewerkt aan uitvoering van de 18 aanbevelingen. Er was heel veel te doen en te verbeteren, met een beperkte (ambtelijke) capaciteit. In de tussentijd kreeg de gemeente te maken met de coronacrisis, wat de zaken zeker niet heeft vergemakkelijkt. Anno december 2021 is een aantal aanbevelingen afgerond en met een aantal is de gemeente nog bezig. Dat neemt niet weg dat diverse aanbevelingen niet of onvoldoende zijn opgepakt. Dat is teleurstellend, zeker ook omdat aan de raad was toegezegd (in het plan van aanpak van juni 2020 – zie RIB 062) dat veel zaken eind 2020 zouden zijn geregeld (zie de overzichtstabel in het rapport).

Broodnodig: inzicht en onderzoek in de schuldhulpverlening
Welke aanbevelingen belangrijk zijn, en welke misschien minder, bepaalt uiteindelijk de gemeenteraad. De rekenkamer wijst de raad op één rode draad in het onderzoek.
In het dossier schuldhulpverlening is veel verbetering mogelijk als het gaat om een slim en systematisch gebruik van onderzoeksgegevens, al dan niet reeds (elders) beschikbaar.

De gemeente heeft geïnvesteerd in het beschikbaar maken van noodzakelijke sturingsinformatie, om zo de uitvoering van de schuldhulpverlening te kunnen monitoren en eventueel bijsturen. Dat is een goede zaak. Maar juist aan de voorkant en aan de achterkant van het proces werkt de gemeente in zekere zin in het duister.

Zo is er aan de voorkant weinig zicht op de vraag wie waar in de stad last heeft van problematische schulden, en of die mensen wel worden bereikt. Pas als mensen eenmaal bij de klantadviseurs schuldhulpverlening hebben aangeklopt, heeft de gemeente ze in het vizier. Maar je zou graag willen dat de gemeente meer werk maakt van het ‘vinden’ van mensen, zodat ze eerder kunnen worden geholpen. Juist bij schuldenproblemen kan een tijdige aanpak veel ellende voorkomen.

Aan de achterkant zou de gemeente moeten willen onderzoeken of mensen goed geholpen zijn, of ze structureel uit de problemen zijn en welke lessen zij de gemeentelijke schuldhulpverleners eventueel kunnen meegeven.

Conclusie
Zowel aan de voorkant als aan de achterkant is dus stevig onderzoek nodig, vanuit het perspectief van de inwoners. Niet wachten tot mensen ‘in het systeem’ zitten, maar onderzoeken of en in welke mate zij met schulden kampen, of daar patronen in zitten, wat mensen eventueel weerhoudt om hulp te zoeken, en ook wat het ze oplevert als ze dat daadwerkelijk hebben gedaan. Daar kan je als gemeente veel aan hebben voor de bijsturing en eventueel aanpassing van je beleid. Deze oproep sluit naadloos aan bij het ambitieuze programma van de gemeente Venlo voor informatiegestuurd (ofwel datagestuurd) handelen. Het zou mooi zijn als daar voor de schuldhulpverlening op korte termijn werk van wordt gemaakt.

Tot slot
Met deze analyse beschouwt de rekenkamer haar werk op het thema schuldhulpverlening als afgerond. Het is nu aan de gemeenteraad om de vinger aan de pols te houden bij de verdere verbeteringen van de schuldhulpverlening in Venlo. Op 1 december zal de rekenkamer het rapport over het opvolgingsonderzoek toelichten.

Portefeuillehouder: wethouder Vervoort
Sessievoorzitter: Harro Schroeder

Toelichting:
Vraag:
Kennis nemen van:

1. De genoemde maatschappelijke partners en proces.
   Voorkeur uitspreken voor
2. De geformuleerde uitgangspunten als basis voor het co-creatieve proces;
3. De wijze waarop de raad betrokken wil worden bij vervolgstappen in dit proces.
   Aanleiding:
   Toezegging om de gemeenteraad in het vierde kwartaal van 2021 te informeren over de actuele stand van zaken aangaande het gemeenschapsaccommodatiebeleid.
   Wens om raad zich te laten uitspreken over uitgangpunten (toetsing) en wijze waarop betrokkenheid bij de vervolgstappen gewenst wordt.
   Voorgeschiedenis:
   Werkbezoek 8 juli 2020
   RIB21-027: Eindevaluatie beleid 'beheer en gebruik gemeenschapsaccommodaties Venlo 2016-2020
   RC21-009: Procesplan actualiseren beleid gemeenschapsaccommodaties
   Toelichting inhoud:
   U vindt een uitleg over cijfers en data (ad 1) en update over de planning/ het proces (ad 2).
   Daarnaast wordt er voorgesteld om werkbezoeken aan individuele accommodaties te organiseren (ad 3). Specifiek wordt gevraagd of en hoe de raad bij het organiseren van werkbezoeken aan de accommodaties betrokken bij wil worden.
   Verder worden er (onder ad 4) uitgangspunten geschetst waarmee de tweede ronde van de consultatie ingegaan wordt. Aan de raad wordt gevraagd of de geschetste uitgangspunten een goede insteek voor het vervolgproces zijn en of er op- of aanmerkingen bij zijn.
   De verduurzaming van de gemeenschapsaccommodaties wordt in een apart traject opgenomen.
   Vervolg:
   RIB over het binnen de wettelijke termijnen afhandelen van de aanvragen voor subsidie coronanoodsteun 2021 en exploitatie 2022.
   (Mogelijk) werkbezoeken aan de individuele accommodaties.
   Raadsconsultatie voor de zomer van 2022.

Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé
Sessievoorzitter: Harro Schroeder

Toelichting:
Voorstel:
U wordt gevraagd het Regionaal Beleidsplan Jeugd 2022 (zie bijlage) vast te stellen.
Aanleiding:
Sinds de invoering van de Jeugdwet is het verplicht om een regionaal beleidsplan vast te stellen. Omdat de beleidskaders van het vorige plan zijn verlopen en om te voldoen aan de nieuwe verplichtingen zoals de Norm voor Opdrachtgeverschap die in VNG-verband is vastgesteld, is het Regionaal Beleidsplan Jeugd 2022 opgesteld.
Via RIB 2021-49 en een digitale regionale informatiebijeenkomst op 17 mei jl., bent u geïnformeerd over het proces betreft totstandkoming van het Regionaal Beleidsplan Jeugd 2022 en heeft u aan kunnen geven wat daarin voor u belangrijke thema’s zijn.
Het voornemen was om de raden deze maand regionaal te informeren over de inhoud middels een presentatie, maar dat is niet gelukt gelet op de volle agenda’s van regionale raden. In plaats daarvan is u een presentatie toegezonden waarvan u via de dagmail (Regionaal beleidsplan jeugd 2022,11-11-2021) kennis hebt kunnen nemen.
Het voorliggende plan wordt gelijktijdig aan de betrokken gemeenteraden van Noord Limburg voorgelegd.
Inhoud:
In het regionaal beleidsplan geven jeugdregio's aan wat de gezamenlijke opgave is, welke stappen er de afgelopen jaren gezet zijn en welke ambitie en doelstellingen voor de komende jaren worden gehanteerd om onder andere de (verdere) transformatie in de jeugdhulp te realiseren. Ook wordt in het plan beschreven hoe de regionale samenwerking is georganiseerd en op welke punten bovenregionaal wordt afgestemd. Veel van deze zaken zijn de afgelopen jaren al vastgelegd in visies, beleid en inkoop. Voor de gemeente Venlo geldt dit voor het beleidskader Fier op Venlo.
In het voorliggende Regionaal Beleidsplan Jeugd 2022 zijn de opbrengsten van de afgelopen jaren opgenomen en zijn lopende ontwikkelingen vertaald in uitgangspunten voor de komende jaren.
Vervolg:
Bij vaststelling gaat het beleidsplan in per 1 januari 2022.
De raden worden in het vervolgtraject actief geïnformeerd. De concrete vertaling van de ambitie, visie en doelstellingen komen tot uiting in een uitvoeringsplan en daarover wordt de raad via een RIB op de hoogte gebracht.
Daarnaast worden de concrete doelstellingen jaarlijks geëvalueerd en ook over deze evaluatie zal de raad per RIB op de hoogte gebracht worden. De raad kan op deze manier, indien die behoefte er is, tussentijds bijsturen.

Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé
Sessievoorzitter: Harro Schroeder

Toelichting:
De raad wordt gevraagd om vast te stellen, de Verordening jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Venlo 2022.
De wijzigingen voor deze nieuwe verordening vloeien voort uit het regionale programma Sturing en Inkoop en de aanbesteding Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang. Doel is hiermee bij te dragen aan een regionaal uniforme werkwijze voor toegang.
Inhoudelijk
Voor een deel zijn nieuwe artikelen aan de Verordening toegevoegd en deels zijn het ‘regionale’ / baseline teksten ter vervanging van de lokale teksten om zo te komen tot regionale uniformiteit in de uitvoering.
Daarnaast regelt de nieuwe Verordening de wijziging in het proces van de aanvraag van een woningaanpassing. Hiermee wordt het proces voor inwoners vereenvoudigd.
Vanwege het grote aantal wijzigingen is gekozen voor een nieuwe verordening in plaats van een gewijzigde verordening.
In bijlage 1 bij het raadsvoorstel vindt u de Verordening met gemarkeerd de wijzigingen.
Op hoofdlijnen betreft het wijzigingen m.b.t. de:
Wmo
• Nieuw artikel 2 Aanbod algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen (de trajecten Wmo Sturing en Inkoop en overige algemene en maatwerkvoorzieningen).
• Aangepast artikel 4 Onderzoek op basis van een ondersteuningsvraag conform regionale tekst.
• Aangepast artikel 6 Criteria voor een maatwerkvoorziening conform regionale tekst.
• Aangepast artikel 8 Inhoud beschikking conform regionale tekst.
• Aangepast artikel 9 Regels voor PGB conform regionale tekst.
• Aangepast artikel 9 lid 8 De hoogte van een PGB voor een woningaanpassing (vereenvoudiging van het proces voor de inwoner).
• Aangepast artikel 10 Bijdragen in de kosten van algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen conform regionale tekst.
• Aangepast artikel 22 Overgangsbepalingen conform regionale tekst.
Jeugd
• Nieuw artikel 2 Aanbod maatwerkvoorzieningen. Hierin worden de trajecten Jeugd en overige voorzieningen jeugdhulp benoemd.
• Nieuw artikel 5 Toegang niet via de gemeente. Hierin wordt de route beschreven van rechtstreekse verwijzingen.
• Aangepast artikel 9 Regels voor PGB conform regionale tekst.
• Aangepast artikel 22 Overgangsbepalingen conform regionale tekst.
Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang
• Aangepast artikel 9 Regels voor PGB conform regionale tekst.
• Aangepast artikel 10 Bijdragen in de kosten van algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen conform regionale tekst.
Aandachtspunten
Pgb, Eigen Bijdrage, prijzen
De nieuwe verordening heeft geen gevolgen voor de hoogtes van pgb, Eigen Bijdrage of prijzen. De wijziging betreft hier enkel, dat de verordening wordt aangevuld met ‘jeugd’ en ‘beschermd wonen’.
Hulp in de Huishouding
In strikt formele zin is de juridische basis voor het nu gekozen lokale beleid voor ‘resultaat gericht werken’ nog niet aanwezig. Van overheidswege wordt dit echter wél al toegestaan.
Het college verwacht daarom hier geen knelpunten in de uitvoering; het normenkader zelf wijzigt immers inhoudelijk niet.
Adviesraad Sociaal Domein
De Adviesraad Sociaal Domein is door het college geraadpleegd en geeft een positief advies bij deze nieuwe verordening. De aanbevelingen die de Adviesraad daarbij meegeeft, betreffende vooral het hebben van zorg en aandacht voor een zo goed mogelijke communicatie en duidelijkheid over inhoud en procedures naar en met gebruikers en aanvragers. Deze aanbevelingen zijn inmiddels door het college van BenW overgenomen en worden reeds uitgewerkt (zie hiervoor bijlage 3 bij dit raadsvoorstel).

Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé
Sessievoorzitter: Harro Schroeder

Toelichting:
Voorstel:

1. Toestemming verlenen aan het college van burgemeester en wethouders om in te stemmen met het toevoegen van een tweede module en de wijziging van de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord;
2. Toestemming verlenen aan het college van burgemeester en wethouders om de
   gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert als deelnemer van de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord toe te laten treden met ingang van 1 januari 2022.
   Aanleiding:
   Voor het beleid op het gebied van beschermd wonen (BW), maatschappelijke opvang (MO) en bemoeizorg & preventie Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (B&P) werken de Noord- en Midden-Limburgse (NML) gemeenten op dit moment samen via een centrumgemeenteregeling. Per 1-1-2022 (de huidige afspraken lopen tot 31-12-2021) wordt er door gedecentraliseerd en willen de NML-gemeenten nieuwe afspraken maken, onder andere naar aanleiding van de landelijke gevolgde Norm voor Opdrachtgeverschap (NvO).
   Toelichting inhoud:
   Er wordt voorgesteld om te kiezen voor een Samenwerkingsovereenkomst (SOK) en het toevoegen van een nieuwe, extra module aan de reeds bestaande Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord (onderdeel 1 van het voorstel). Deze modulaire gemeenschappelijk regeling zal uitgebreid worden met deelname van de Midden Limburgse gemeenten (onderdeel 2 van het voorstel).
   In het raadsvoorstel wordt op blz. 2 uitgelegd hoe de SOK en de MGR zich ten opzichte van elkaar verhouden en ingeregeld zijn.
   Daarnaast komen de gevolgen voor de besluitvorming en stemverhouding op blz.3 aan bod.
   Proces:
   De gemeenteraden zijn bijgepraat over de stand van zaken en uitkomsten van de regionale projectgroep via verschillende bijeenkomsten. De Venlose gemeenteraad is over dit project geïnformeerd middels een bijeenkomst samen met de gemeente Beesel en een themabijeenkomst op 14 oktober.
   De voorgestelde keuze van een SOK en de toevoeging van een extra module aan de bestaande MGR wordt gezien als een samenhangend en integraal geheel dat voldoende de belangen van de gemeente Venlo borgt. Er wordt als voorwaarde gesteld dat het voorstel dat voorligt in zijn geheel als pakket van afspraken vastgesteld dient te worden.
   De MGR is een collegeregeling die betrekking heeft op uitvoerende taken van het college. Daarin is het verplicht om de raad om toestemming vragen, maar het onthouden van deze toestemming is alleen mogelijk indien dit in strijd is met het recht of het algemeen belang.
   Financiën:
   Er zijn in n.a.v. besluitvorming over dit voorstel twee scenario’s.
3. Alle gemeenteraden stemmen in met de afspraken over de regionale samenwerking inwoners met complexe problematiek. Hierna zal een begrotingswijziging opgesteld worden gebaseerd op de begroting zoals deze voorgelegd zal worden aan het AB van de MGR. Op basis van de gehanteerde scenario’s, aannames en uitgangspunten in dit voorstel wordt er uitgegaan van minimaal een budgettair neutrale begrotingswijzing.
4. Niet alle gemeenteraden stemmen in met de afspraken over de regionale samenwerking inwoners met complexe problematiek. Bij dit scenario treedt een noodscenario in gang waarbij aanvullende (financiële) afspraken gemaakt dienen te worden. Zorgcontinuïteit voor de betreffende inwoners wordt geborgd doordat de besluitvorming over deze afspraken met terugwerkende kracht kan plaatsvinden.
   Vervolg:
   De raad wordt via de reguliere P&C cyclus geïnformeerd over de uitvoering van de taken BW, MO en B&P.
   Daarnaast wordt de raad via de reguliere procedures in staat gesteld om zienswijzen uit te brengen over de begroting van de MGR.
   Ten slotte is de raad bevoegd tot het vaststellen van de regionale visie voor inwoners met complexe problematiek.