Oordeelsvormende raadsvergadering

Sessievoorzitter: Harro Schroeder

Inspreker: inwoner mede namens andere omwonenden
Boodschap aan de raad: de inspreker en meerdere bewoners maken zich zorgen over ontwikkelingen bij en rond OBS De Koperwiek en de gevolgen daarvan voor de leefomgeving. De ontwikkelingen lijken in strijd met vastgesteld gemeentelijk beleid.

2e inspreker: namens Schoolbestuur Stichting Akkoord
Boodschap aan de raad: wilt de raad kort bijpraten over de onderwijsontwikkelingen in Venlo-Zuid in relatie tot het belang van het bieden van kwalitatief goed onderwijs aan inwoners.

Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder: burgemeester Scholten

Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder: wethouder Erwin Boom

Toelichting:
De raad wordt gevraagd om in te stemmen met de conclusies van het onderzoeksrapport
van de rekenkamer over het arbeidsmarktbeleid in Venlo. Onderzocht is in hoeverre de inspanningen van de gemeente Venlo om de arbeidsparticipatie van haar inwoners tussen 2015 en 2019/2020 te verhogen, doeltreffend en doelmatig zijn. De conclusies leiden tot
aanbevelingen die kunnen bijdragen aan de vergroting van de doeltreffendheid en
doelmatigheid van het arbeidsmarktbeleid in Venlo. Het college en de raad worden verzocht om uitvoering te geven aan de aanbevelingen.

Aanleiding
De rekenkamer is bij het rondje langs de fracties gevraagd om onderzoek te doen naar het
arbeidsmarktbeleid in Venlo. Bij de raad is behoefte aan een onafhankelijke, objectieve
analyse. Aanleiding voor het onderzoek is de ogenschijnlijke ‘discrepantie’ tussen de relatief
snelle groei van het aantal banen in (de regio) Venlo in de afgelopen jaren, en de
ontwikkeling van het bijstandsvolume in die periode (minder snelle daling). Andere aanleiding
is het uitblijven van ‘strategisch arbeidsmarktbeleid’ waar de raad in 2018 al om vroeg.
Wat zijn de conclusies op hoofdlijnen? (zie ook de factsheet).

Algemene conclusies
De ontwikkeling van de arbeidsmarkt is niet volledig in balans. Venlo genereert bij hoogconjunctuur, dankzij de ligging en de sectorstructuur, erg veel banen. Een deel van de bevolking profiteert hier nog onvoldoende van. Een behoorlijk deel van de Venlose banen wordt uitgeoefend door mensen uit een wijde regio en arbeidsmigranten.

Doeltreffend
Het arbeidsmarktbeleid is deels doeltreffend. De werkgelegenheid groeit fors. Omdat het ingezette instrumentarium voor arbeidsparticipatie en de monitoring daarvan door de jaren varieert, is de doeltreffendheid niet exact vast te stellen. De daling van het bijstands-volume is eerder te danken aan afgenomen instroom dan aan verhoogde uitstroom.

Doelmatig
De doelmatigheid van de inzet is niet volledig vast te stellen. Wel is het zo dat Venlo - wat betreft het bijstandsvolume - een beter resultaat haalt dan vergelijkingsgemeenten, maar daar ook meer middelen voor nodig heeft. De organisatorische doelmatigheid ontwikkelt zich door, met ruimte voor nadere afstemming in de inzet vanuit de domeinen economie en participatie.

Aanbevelingen
Ter vergroting van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het arbeidsmarktbeleid in Venlo
worden op basis van het onderzoek (een set van) 3 aanbevelingen voorgesteld:
1. Zorg voor een integraal meerjarig beleidskader op basis van een grondige analyse
van de Venlose arbeidsmarkt.
Bevindingen over het beleid
a) Er was in de periode 2015-2019 geen eenduidig vastgelegd arbeidsmarktbeleid ingebed in een meerjarige beleidscyclus.
b) Aan het beleid ligt geen gefundeerde arbeidsmarktanalyse ten grondslag.
Beleid is wel voorzien van doelen, monitoring is niet altijd samenhangend en transparant.
c) Over het algemeen is sprake van een duidelijke rolverdeling in de uitvoering van het beleid.

2. Zorg voor een meerjarige uitvoeringsagenda en consequente monitoring op basis van
een gefundeerde set aan indicatoren.
Bevindingen over het instrumentarium
a) Er is geen duidelijk doorlopende lijn zichtbaar in het ingezette instrumentarium en de monitoring daarvan.
b) De samenhang tussen de beleidsinzet vanuit economie en de inzet vanuit participatie kan beter.
c) Bijstandsontwikkeling blijft enigszins achter bij de verwachting o.b.v. ontwikkeling werkgelegenheid.

3. Zorg voor informatie op maat voor een meer betrokken raad.
Bevindingen over informatie aan en betrokkenheid van de raad
a) De informatievoorziening aan de raad was uitgebreid maar versnipperd.
b) Beloftes over strategisch arbeidsmarktbeleid werden niet altijd (tijdig) nagekomen.
c) De raad zelf voert weinig regie op de gewenste informatievoorziening.

Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder: wethouder Marij Pollux

Toelichting:
Op 24 september 2008 heeft de raad ingestemd met de ‘subsidieverordening verbetering voorgevels van particuliere panden in Q4’ (rv 2008-69) voor bepaalde panden in Q4. De verordening is nu 12 jaar oud. Uit een analyse van de afgelopen periode blijkt dat de verordening aan een update toe is om de doelstelling; “de kwaliteitsverbetering bestaande panden in Q4” te realiseren. Dat ligt nu voor.

De betreffende panden maakten destijds geen deel uit van de sloop en nieuwbouwplannen van de herontwikkeling Q4. Door een financiële stimulans werd het mogelijk gemaakt particuliere eigenaren te bewegen hun pand aan de buitenkant kwalitatief te verbeteren en daarmee gelijk op te laten gaan met de nieuwbouw in de wijk. Daarbij was de aanvrager verplicht alles in één keer op te pakken volgens een vooraf door de gemeente opgesteld verbeterplan. Deze drempel blijkt nu te hoog geweest te zijn. Hoewel er aanvankelijk behoorlijk wat interesse was voor de subsidieregeling is er tot nu toe in beperkte mate gebruik van gemaakt. Dit heeft met name te maken met de hoge investeringen die pandeigenaren in één keer moeten doen.

Wat wordt gewijzigd?
De subsidieregeling is opnieuw bekeken en aangepast aan de huidige situatie en planvorming. In de nieuwe regeling waar per pand eenmalig een beroep op kan worden gedaan, kan de pandeigenaar zelf bepalen welke gevelonderdelen aangepakt worden.
De uitvoering van de regeling ligt bij de projectorganisatie Q4.
De belangrijkste wijziging heeft betrekking op de verbeteringen die de subsidieaanvrager dient uit te voeren. Voorgesteld wordt de verplichting alle voorzieningen die vermeld staan in het gemeentelijk verbeterplan van het pand te laten vallen. De nieuwe regeling maakt het mogelijk een deel van de subsidiabele werkzaamheden zoals vermeld op de algemene lijst van werkzaamheden uit te voeren. Daardoor wordt het voor de particuliere pandeigenaar aantrekkelijker een aanvraag in te dienen; hij hoeft dan minder in één keer te investeren. Daarmee wordt de drempel voor de kwaliteitsverbetering lager. Bijkomend voordeel is dat er minder subsidie per pand wordt verstrekt, waardoor straks meer panden voor subsidie in aanmerking komen.
Voor pandeigenaren die in aanmerking komen voor deze subsidieregeling is een toelichting opgesteld waarin de achtergrond en de doelstelling van de regeling uiteen wordt gezet.
De nieuwe subsidieverordening maakt het voor huidige en toekomstige eigenaren makkelijker om ook voor de gevels een kwaliteitsslag te maken. Verder worden een aantal particuliere panden toegevoegd die vóór 2010 als te slopen waren aangeduid.

Financieel
De kosten worden gedekt uit de grondexploitatie Q4; het betreft een bestaand budget dat al in de grondexploitatie Q4 is opgenomen en nu ongewijzigd blijft. In de door de raad vastgestelde grondexploitatieopzet is een budget opgenomen van € 500.000,= waarvan momenteel nog € 384.230 beschikbaar is. Dit is een taakstellend budget. In de verordening is voor dit bedrag een subsidieplafond opgenomen. Mochten de aanvragen het beschikbare budget overtreffen dan geldt: op = op. De aanvragen worden in behandeling genomen op volgorde van een volledige subsidieaanvraag. De subsidieregeling loopt parallel met de looptijd van de Grondexploitatie Q4, tot 1 januari 2023.

Vervolg
Na vaststelling van de nieuwe subsidieregeling door de raad worden de eigenaren van de betreffende panden actief hierover geïnformeerd. De raad wordt via de reguliere Voortgangsrapportages geïnformeerd over aanvragen subsidieregeling gevelverbetering panden in Q4. Via de jaarrekening van het grondbedrijf wordt de raad op de hoogte gehouden over het resterende beschikbare budget voor de regeling subsidieverbetering voorgevels van panden in Q4.

Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder: wethouder Marij Pollux

Toelichting:
Agenda Groen & Water is beleid voor groen en water op tactisch niveau (schakel tussen strategisch en operationeel beleid) en draagt bij aan de realisatie van doelen uit meerdere raadsprogramma’s. (zie voor een toelichting pagina 6. van het raadsvoorstel).
Deze Agenda Groen & Water draagt bij aan ambities uit de Stadsvisie Venlo, Ruimtelijke- en Sociale structuurvisie en het raadsprogramma Venlo Circulaire en duurzame hoofdstad. Rode draad in de Venlose ambities is om ruimte te geven aan de samenleving om zelf keuzes te maken. Agenda Groen & Water biedt een kader voor (burger)initiatieven en geeft antwoord op wat men van de gemeente kan verwachten. Doelstelling van de Agenda Groen & Water is het formuleren ¬van kaders en beleidsregels voor de groenblauwe ambities voor Venlo en het bieden van een uitnodigend kader voor initiatieven van derden.

Totstandkoming Agenda Groen & Water
De totstandkoming van de Agenda Groen en Water kent meerdere jaren van voorbereiding. Na de opdrachtverstrekking van de raad aan het college van BenW is vanaf eind 2015 een interactief proces gestart met burgers en raadsleden, stakeholders*, samenwerkende partners* (* Waterschap, Staats Bosbeheer, Limburgs landschap, Milieufederatie, natuurverenigingen, vrijwilligersorganisaties, dorps- en wijkraden, geïnteresseerde burgers (ook reeds lopende initiatieven ‘groen’, zoals bijvoorbeeld het Voedselbos) en betrokken ambtenaren.
Op 25 januari 2017 stelde de raad vervolgens de richtinggevende uitspraken vast (raadsbesluit 2017-8) en kreeg het college de opdracht tot nadere uitwerking van de scenario’s:
- Venlo moet klimaatbestendig worden
- We maken ruimte voor groen en water in het stedelijk gebied en investeren daarin;
- We kiezen voor ecologisch groen- en waterbeheer;
Deze scenario’s zijn medebepalend voor de nu door de raad vast te stellen Agenda Groen & Water.

Het voorliggende raadsvoorstel: de raad wordt voorgesteld:

1. In te stemmen met de voorgelegde ambitieniveaus (zie ook de uitleg op pagina 8. van het raadsvoorstel):
               - Venlo klimaatbestendig: focus op prioritaire knelpunten en inspelen
                     op kansen.

• Ruimte voor groen en water in stedelijk gebied: prioriteit leggen bij klimaatopgave.
• Ecologisch groen- en waterbeheer: invoeren waar meest succesvol/wenselijk is.
  Ieder ambitieniveau kent dilemma’s: zie voor een toelichting pagina’s 8. t/m 11. van het raadsvoorstel. Als raad betrekt u de dilemma’s in uw oordeelsvormende discussie.

2. De Agenda Groen & Water vast te stellen, inclusief digitale kaart met multifunctionele groenblauwe basisstructuur. Onder voorbehoud van besluit op beslispunt 1. Na instemming zijnde het beleidskader voor de komende tien à vijftien jaar.
   Venlo verbreedt daarmee de koers van het groen- en waterbeleid en richt zich meer op functionaliteit, want groen en water dragen bij aan heel veel verschillende doelen. De Agenda bevat de gemeentelijke visie op groen en water. Deze visie is in de Agenda Groen & Water uitgewerkt in beleid (agendapunten) aan de hand van de thema’s:

• Stad van de toekomst
• Kracht van Groen & Gezond in de wijk
• ReCreatief Venlo
• Natuurlijk Venlo!
• Het Venlose landschap vertelt…

3. Het wijzigen van de digitale kaart te mandateren aan het college van burgemeester en wethouders ter aanpassingen van/aan:

• alsnog gebleken onjuistheden in relatie tot de Agenda Groen & Water;
• de wijziging van gebruikte ondergronden en basislagen van andere beleidsvelden/beleidskaders zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan de uitgangspunten van de Agenda (tenzij hiermee anderszins is ingestemd);
• door het college van burgemeester en wethouders toegestane uitwerking van de Agenda Groen & Water op onderdelen, en passend binnen deze Agenda.

Financiële paragraaf en risico’s:
De financiële consequenties van deze Agenda Groen & Water worden jaarlijks integraal afgewogen in het begrotingsproces.
Om de (klimaat-)doelen te halen dient de gemeente voortdurend te investeren, zowel in geld als maatschappelijk gezien. De totale opgave is groot, de gemeente dient belangrijke keuzes te maken, waarbij ook individuele belangen in het geding kunnen en zullen zijn.

Vervolg voor de raad
De Agenda Groen & Water bevat geen uitvoeringsprogramma, wel is een eerste aanzet daartoe gedaan (zie aldaar) en de Agenda Groen & Water is geen statisch beleid. Er zal regelmatig met betrokkenen worden geëvalueerd om de gemeentelijke ambities zo nodig bij te kunnen stellen om in te kunnen spelen op ontwikkelingen. De raad zal hierover worden geïnformeerd en zo nodig worden betrokken.

Themabijeenkomst 2 september
Op woensdag 2 september 2020 vindt van 20.00 – 21.00 uur een uitgebreide informatieve (digitale) Themabijeenkomst plaats over de Agenda Groen & Water, tegen de achtergrond van dit raadsvoorstel. U bent daar tevens in de gelegenheid om inhoudelijke vragen te stellen.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
In april 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de realisatie van een railterminal op Trade Port Noord. In verband met de realisatie van de railterminal wordt de oorspronkelijke verkeers- en wegenstructuur in het gebied gewijzigd. Hierbinnen vallen enkele wegen (weggedeeltes) die geen functie meer hebben voor het verkeer. Voor vier weggedeeltes wordt gevraagd deze te onttrekken aan het openbaar verkeer vanwege ‘geen functie meer voor het verkeer’. Daarnaast krijgen twee weggedeeltes een nieuwe verkeersfunctie. Zie hiervoor de situatietekening. De weggedeeltes zonder functie voor het verkeer, zijn momenteel al door middel van verkeersbesluiten/fysieke maatregelen afgesloten voor het verkeer.
Het onttrekken van wegen aan het openbaar verkeer is een bevoegdheid van de gemeenteraad.

Voorstel
De raad wordt gevraagd om te besluiten over te gaan tot onttrekking aan het openbaar verkeer van in het raadsvoorstel genoemde weggedeeltes en het besluit te laten publiceren in het gemeenteblad om de onttrekking te effectueren. Het voornemen is gepubliceerd conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure en hierop zijn geen zienswijzen ontvangen.

Vervolgprocedure voor de raad
Nadat de gemeenteraad besloten heeft over te gaan tot onttrekking van gevraagde wegen aan het openbaar verkeer moet de onttrekking worden gepubliceerd om de onttrekking te effectueren.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
In Arcen wordt een recreatiepark gerealiseerd aan de Dorperheideweg. Vanaf de
Dorperheideweg wordt dit recreatiepark ontsloten via een openbare weg, een gedeelte van
de voormalige Roode Dijk. Betreffende gedeelte (zie situatietekening bij het raadsvoorstel) is op dit moment in gebruik als toegangsweg naar het recreatiepark. De gemeente heeft (als beheerder van de weg) het voornemen om dit gedeelte van de toegangsweg te verkopen aan de eigenaar van het park. Voordat de verkoper gebruik kan maken van het perceel, is het noodzakelijk dat dit weggedeelte eerst onttrokken wordt aan het openbaar verkeer.
Het onttrekken van wegen aan het openbaar verkeer is een bevoegdheid van de gemeenteraad.

Voorstel
De raad wordt gevraagd om te besluiten over te gaan tot onttrekking aan het openbaar verkeer van het gedeelte van de Roode Dijk, zoals aangegeven op de situatietekening en het besluit te laten publiceren in het gemeenteblad om de onttrekking te effectueren. Het voornemen is gepubliceerd conform de uniforme openbare voorbereidingsprocedure en hierop zijn geen reacties ontvangen.

Vervolgprocedure voor de raad
Nadat de gemeenteraad besloten heeft over te gaan tot onttrekking van het weggedeelte aan het openbaar verkeer moet de onttrekking worden gepubliceerd om de onttrekking te effectueren.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder:  wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld (1. en 2.):

1. De Regionale woonvisie Noord-Limburg 2020-2024, inclusief bijlagen, vast te stellen, met daarin de volgende uitgangspunten voor de kwalitatieve richtlijn voor woningbouw:

• Toevoegen van woningen in principe alleen in de kernen;
• Koppelkansen;
• Toevoegen van woningen leidt niet tot het vergoten van het kwetsbare woningoverschot;
• Het type toe te voegen woning moet passen binnen de kwalitatieve behoefte;
• We streven duurzame woonconcepten na;
• We zoeken aansluiting op de duurzaamheidsdoelen die landelijk, regionaal en lokaal gesteld zijn.

2. De Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg d.d. 20 april 2016 in te trekken.

De belangrijkste regionale opgaven
De Regionale Woonvisie Noord-Limburg 2020-2024 is het resultaat van de herijking van de regionale structuurvisie wonen Noord-Limburg van 20 april 2016. Met deze nieuwe visie wordt recht gedaan aan de huidige regionale opgaven binnen het beleidsveld wonen.
Samenvattend zijn de belangrijkste opgaven:

1. Mismatch tussen woningbehoefte en woningvoorraad
   Bestaande woningvoorraad, maar deels ook de planvoorraad sluiten onvoldoende aan op de demografische samenstelling en ontwikkeling van onze huishoudens. Er ligt dus vooral een kwalitatieve uitdaging om voorraad (inclusief plannen) en de huishoudensontwikkeling op elkaar aan te laten sluiten. Dit kan door aanpassing van de bestaande woningvoorraad en door in het nieuwbouwprogramma te sturen op ontbrekende segmenten of toekomstbestendige segmenten.
2. Zoektocht om alle doelgroepen een plek te geven op de woningmarkt
   Steeds meer verschillende doelgroepen dienen een plek te krijgen op de woningmarkt en maatschappij (zorgdoelgroepen (vanuit beschermd wonen naar de reguliere woningmarkt), internationale werknemers de zich hier voor langere tijd willen vestigen, en ook woonwagenbewoners). Voor een deel zijn bijzondere doelgroepen afhankelijk van de sociale huursector, de druk op dit segment lijkt dan ook toe te nemen.

Totstandkoming regionale woonvisie
Op 21 november 2019 heeft de regionale raadswerkgroep (waarin enkele Venlose raadsleden participeren) input geleverd voor de nu voorliggende regionale woonvisie en op 9 januari 2020 heeft er een regionale raadsbrede bijeenkomst plaatsgevonden. Verder is de raad middels RIB (raadsinformatiebrief) 2019-88 geïnformeerd over de samenhang tussen de lokale woonvisie en de regionale woonvisie en middels RIB 2020-60 over de Regionale woonvisie Noord-Limburg 2020-2024.
Zowel uit de bijeenkomsten met de raadsleden als met de belanghebbenden partners en organisaties kwam naar voren, dat het vooral over de kwaliteit moet gaan en niet over de aantallen. Ook werd gevraagd om ruimte te geven aan goede initiatieven, zowel voor ouderen als voor jongeren. Daarnaast hebben met name de corporaties aandacht gevraagd voor de druk die er op de wijken met een grote sociale huurvoorraad ligt, door alle (nieuwe) doelgroepen die van dit segment afhankelijk zijn.

Vervolg voor de raad: na regionale woonvisie, de lokale woonvisie
De regionale woonvisie vormt de basis voor de lokale woonvisie voor de gemeente Venlo. Het lokaal woonbeleid wordt na vaststelling van de regionale woonvisie, eveneens herijkt. Startmoment hiervoor is de oordeelsvormende raadsbehandeling in oktober 2020 van een raadsnotie met de eerste contouren.
Streven is om in september 2021 de nieuwe lokale woonvisie ter besluitvorming aan de raad aan te bieden.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
De raad wordt gevraagd om in te stemmen met het bestemmingsplan Herbegrenzing Glastuinbouwconcentratiegebied Meelderbroek. Dit naar aanleiding van het verzoek van Brookberries Belfeld om medewerking te verlenen aan de uitbreiding van het bedrijf in Belfeld. Het gebied waarop deze uitbreiding betrekking heeft, ligt buiten de begrenzing van het huidige concentratiegebied voor glastuinbouw. Opgemerkt wordt dat er geen sprake is van een vergroting van het glastuinbouwconcentratiegebied, maar van uitruil van percelen waarbij het areaal aan glastuinbouw per saldo iets wordt verkleind. Het initiatief is getoetst aan de principes van de Regiovisie Land en Tuinbouw en het Regionaal Ruimtelijk Kwaliteitskader en voldoet hieraan. De herinrichting van het glastuinbouwconcentratiegebied zorgt ervoor dat er een toekomstbestendige glastuinbouw locatie ontstaat, waarbij tevens de kwaliteit van de infrastructuur (Elshoutweg) wordt verbeterd. Verder vindt er een landschappelijk inpassing plaats.

Financieel
Als de raad instemt met het voorstel wordt een perceel gemeentegrond verkocht aan Brookberries Belfeld BV en de infrastructuur aangepast. Met Brookberries is een koopovereenkomst gesloten, waardoor het bestemmingsplan uitvoerbaar is, een exploitatieplan is niet nodig. Eventuele planschade gaat ten laste van de opbrengsten van het project.

Zienswijzen
Tegen het ontwerpplan zijn 5 zienswijzen binnen gekomen. Voorgesteld wordt de zienswijzen gedeeltelijk over te nemen. Het bouwvlak van het deel waar de uitbreiding plaatsvindt is aan de westelijke zijde iets verkleind om op deze wijze het uitzicht, van een reclamant, dat overblijft te borgen. In het bestemmingsplan is daarnaast een aanduiding opgenomen waardoor het niet mogelijk is bedrijfsgebouwen, m.u.v. kassen, te realiseren binnen 50 m van het perceel van de paardenhouderij. Dit om te voorkomen dat deze beperkt wordt in zijn bedrijfsvoering. Tenslotte wordt onderzocht nog of het haalbaar is om de Koelesweg af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer, m.u.v. bestemmingsverkeer. Dit om sluipverkeer te kunnen weren. Daarmee wordt gedeeltelijk tegemoetgekomen aan de zienswijzen. Voor het overige worden de zienswijzen niet overgenomen.

Vervolg
Na vaststelling van het bestemmingsplan worden de indieners van de zienswijzen schriftelijk over het besluit geïnformeerd. Het vaststellingsbesluit wordt 6 weken ter inzage gelegd. Binnen die termijn kunnen belanghebbenden die tijdig een zienswijze tegen het ontwerpbesluit hebben ingediend, dan wel hen waarbij het niet tijdig indienen van een zienswijze verschoonbaar is, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ten aanzien van de in het plan aangebrachte wijzigingen kan iedereen in beroep gaan bij de Raad van State.

Sessievoorzitter: Gerard IJff
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
In april 2020 heeft de gemeente een verzoek ontvangen voor het oprichten van een bijzondere particuliere begraafplaats ten behoeve van het aanleggen van twee graven op een gedeelte van het perceel gelegen aan de Maalbekerweg 26 in Belfeld. Op basis van de Wet op de lijkbezorging is het alleen mogelijk een bijzondere begraafplaats op eigen grond aan te leggen, als de betreffende locatie hiertoe expliciet wordt aangewezen door de gemeenteraad.

Voorstel
De raad wordt voorgesteld om conform het onlangs vastgestelde beleid het ingekomen verzoek in te willigen en de locatie aan te wijzen als bijzondere begraafplaats. Het verzoek is aan de hand van de beleidsregel getoetst:
• De verzoeker is eigenaar van het perceel, er is een binding, er bestaan geen belemmeringen om het van de bestemming afwijkende gebruik toe te staan.
• Door de provincie worden aanvullende eisen gesteld. Verzoeker is van plan om aan deze verzoeken te voldoen.

Vervolgprocedure raad
Het aanwijzingsbesluit van de raad en het besluit van het college om bepaalde maatregelen te treffen om de grond geschikt te maken als begraafplaats, worden aan verzoeker kenbaar gemaakt. Dit wordt gepubliceerd volgens de Algemene wet bestuursrecht. Voor belanghebbenden staat rechtstreeks beroep open bij Gedeputeerde Staten tegen het besluit. Tegen dit besluit staat verder voor belanghebbenden beroep bij Gedeputeerde Staten open.
Het is wenselijk dat de noodzakelijke ruimtelijke aanvraagprocedure om de bijzondere begraafplaats planologisch-juridisch te verankeren pas start als eventuele beroepsprocedures tegen het aanwijzingsbesluit zijn afgerond. Tegen een vastgesteld bestemmingsplan kan door belanghebbenden rechtstreeks hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tegen een verleende omgevingsvergunning, kan door belanghebbenden bezwaar worden gemaakt bij het college, waarna beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank met daaropvolgend hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ten aanzien van een omgevingsvergunning kunnen door iedereen zienswijzen tegen de ontwerp-omgevingsvergunning worden ingediend. Tegen de verleende omgevingsvergunning kan rechtstreeks beroep bij de rechtbank worden ingesteld met een daarop volgend hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De bijlagen van dit raadsvoorstel zijn i.v.m. privacy niet openbaar, de bijlagen zijn op aanvraag in te zien bij de griffie.