Oordeelsvormende raadsvergadering

Inspreker: de heer Jeroen Maas, namens Actiegroep Red Ons Fort
Boodschap aan de raad: de Actiegroep Red Ons Fort wil haar visie met de raad delen over het raadsvoorstel

Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder: wethouder Pollux

Inspreker: Hans Soentjens , namens het College van Bestuur van Kerobei
Boodschap aan de raad: de heer Soentjens wil zijn visie met de raad delen over de rol van de gemeenteraad en het beleid inzake jeugdzorg

Portefeuillehouder: wethouder Roest
Sessievoorzitter: Harro Schroeder

Toelichting:
Het Algemeen Bestuur van BsGW, waarin alle deelnemers vertegenwoordigd zijn, stelt conform de regeling voor tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling BsGW. Vanuit de deelnemers bestond al langer de wens om de regeling te actualiseren. Op basis van de opgedane ervaringen en inzichten sinds de oprichting wordt nu voorgesteld om de regeling te wijzigen en om gelijktijdig een juridische kwaliteitsverbeterslag door te voeren.
Deze kwaliteitsverbetering ziet enerzijds op de inhoud van de regeling en anderzijds op de juiste deelnemers en de besluitvorming over de deelneming.

In het verleden is in eerste instantie een raadsregeling aangegaan, terwijl dit feitelijk een collegeregeling had moeten zijn. Dit omdat de overgedragen bevoegdheden enkel uitvoerende collegebevoegdheden zijn en geen raadsbevoegdheden.
Derhalve is in het concept raadsbesluit ook formeel een uittreding van de raad opgenomen. Dat betekent niet dat de gemeente uit de regeling treedt. Het college wordt nu de formeel enig juiste deelnemer.
Deze uittreding van de raad heeft verder ook geen gevolgen voor de informatieplicht richting raden noch op de bevoegdheden van deze organen als het gaat om het budgetrecht en de vaststelling van lokaal beleid, tarieven en meer.

Geconstateerd is, dat de besluitvorming met betrekking tot de toetreding van de deelnemers tot de Gemeenschappelijke regeling BsGW op verschillende wijzen is gedaan.
Door BsGW wordt aan alle deelnemers nu voorgesteld om nu generieke besluiten te nemen zodat dit bij alle deelnemers door deze eensluidende besluiten wordt gerepareerd.

Ten behoeve van de inhoudelijke wijziging dient de raad aan het college van BenW toestemming te verlenen, om met deze wijziging in te stemmen gelet op de Wet gemeenschappelijke Regelingen (Wgr).
Na dit raadsbesluit, kan het college vervolgens (als bevoegd uitvoerend orgaan) zelf een besluit nemen met betrekking tot deze wijziging.

Dit raadsvoorstel/raadsbesluit tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling BsGW is feitelijk te zien als een belangrijke correctie, bijna een formaliteit.
Aan de raden van alle deelnemende gemeenten wordt ditzelfde raadsbesluit voorgelegd.

Portefeuillehouder: wethouder Roest
Sessievoorzitter: Harro Schroeder

Toelichting:
Zoals gebruikelijk is dit voorstel afkomstig van de auditcommissie. Het jaarlijks terugkerende controleprotocol regelt de reikwijdte van de opdracht van de raad aan de accountant voor de controle van de jaarrekening.

De inhoud van controleprotocol 2019 is voor een belangrijk deel ongewijzigd gebleven ten opzichte van het controleprotocol 2018. Een belangrijkste wijziging betreft de actualisatie van het Normenkader en de thema-audits.

De beïnvloedbare aspecten staan opgenomen in de blauwe tekstvakken. Belangrijkste elementen in deze:

• De goedkeurings- en rapporteringstoleranties worden niet bijgesteld. Deze zijn conform minimum vereisten van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado).
• Aanvullingen (nuancering) op oordeelsvorming betreffende het begrotingscriterium
• Aanpak oordeelsvorming sociaal domein conform jaarrekeningcontrole 2018
• Controle aanbestedingen te richten op de voor accountantscontrole verplichte onderdelen van het normenkader, te weten aanbestedingen onderhevig aan de Europese wet- en regelgeving.

Speciale aandacht verdient ieder jaar de zogeheten specifieke aandachtspunten (zie § 7 van de bijlage) oftewel thema-audits benoemd. De accountant doet –naast diens reguliere controle- hiernaar expliciet onderzoek en rapporteert separaat aan de raad. Dit jaar stelt de auditcommissie de volgende vragen voor:

1. Ontwikkelingen en beheersing sociaal domein
2. Waardering kazernekwartier
3. Herstructurering Greenport
4. Kwaliteit tussentijdse informatievoorziening en periodieke afsluiting
5. Voortgang doorontwikkeling interne processen vanuit de risicoanalyse en procesverantwoordelijken
6. Vaststellen borging bevindingen in de primaire processen uit de management letter 2018

Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé
Sessievoorzitter: Harro Schroeder

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om de ‘Algemene subsidieverordening Venlo 2020’ vast te stellen. Daar is door de raad om gevraagd. De huidige verordening dateert van 2010. De actualisatie is nodig als gevolg van jurisprudentie en gewijzigde wetgeving, bijvoorbeeld ten aanzien van staatssteun en de wet normering topinkomens.
De nu voorliggende verordening is bepalend voor het speelveld, de kaders en randvoorwaarden waarbinnen de herijking dient plaats te vinden.
De nieuwe geactualiseerde ASV dient voldoende ruimte te bieden om, op maat en afgestemd op de afzonderlijke beleidsdoelstellingen, tot nieuwe subsidieregels en dus tot nieuwe afspraken te komen.
De ASV biedt daarvoor de juridische grondslag.

Vervolg
De herijking van de diverse beleidsvelden, die relevant zijn voor de invulling van het subsidiebeleid, kent haar eigen besluitvormingstraject. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de sportvisie of het cultuurbeleid.
De vertaling daarvan in de subsidieregels en gevolgen daarvan voor de financiën, worden aan de raad bij de Kadernota 2021 en meerjarenbegroting 2021-2024 voorgelegd.

Portefeuillehouder: wethouder Peeters
Sessievoorzitter: Gerard IJff

Toelichting:
Voorgesteld wordt het bestemmingsplan 'Geldersebaan 36a en 38a, Tegelen’ vast te stellen en te besluiten geen exploitatieplan vast te stellen voor het plangebied van dit bestemmingsplan, omdat de kosten voor deze herziening worden gedragen door de initiatiefnemer, alsook eventuele planschade.
Met de bestemmingsplanwijziging wordt de bouw mogelijk gemaakt van twee levensloopbestendige woningen.
Er zijn geen zienswijzen ingediend.

Portefeuillehouder: wethouder Vervoort en wethouder Roest
Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs

Toelichting:
Op verzoek van de gemeenteraad heeft de rekenkamer een onderzoek uitgevoerd naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de schuldhulpverlening in Venlo, en de manier waarop preventie en vroegsignalering worden aangepakt. Het rapport “Helpt de schuldhulpverlening?'’ wordt in januari aangeboden aan de raad. Wat zijn de bevindingen?

Conclusies
De rekenkamer stelt vast dat aan een aantal belangrijke (rand)voorwaarden voor effectieve en efficiënte uitvoering van de schuldhulpverlening in Venlo niet wordt voldaan. Zo zijn – onder meer - beleid en uitvoering onvoldoende integraal, is er onvoldoende zicht op de aard en omvang van de schuldenproblematiek en de potentiële doelgroepen, worden onvoldoende gegevens bijgehouden van hulpvragen, verleende producten en diensten en resultaten en is de samenwerking met de wijk- en buurtteams niet goed georganiseerd. Omdat de doelen (kaders) niet duidelijk genoeg zijn geformuleerd, en er onvoldoende gegevens bekend zijn over de daadwerkelijke uitvoering en de kosten en baten van de diverse onderdelen van schuldhulpverlening, kunnen echter geen harde uitspraken over effectiviteit en efficiency worden gedaan. In de conclusies worden de ontbrekende randvoorwaarden voor efficiënte en effectieve uitvoering van schuldhulpverleningsbeleid nader aan de orde gesteld. De conclusies leiden tot aanbevelingen die kunnen bijdragen aan de vergroting van de effectiviteit en doelmatigheid van de schuldhulphulpverlening in Venlo.

Aanbevelingen
Door de rekenkamer zijn de verkregen inzichten uit het onderzoek vertaald in 19 verbeterpunten in het beleid en de uitvoering van schuldhulpverlening. De rekenkamer adviseert de gemeenteraad om hierover gerichte afspraken met het college te maken en die vast te leggen in een beknopt document (actieplan): wat er gaat gebeuren, wanneer dat gaat gebeuren en welke middelen daarvoor worden vrijgemaakt. In dat actieplan dat aan de raad wordt voorgelegd, worden alle aanbevelingen opgenomen, voorzien van middelen en een tijdpad. De aanbevelingen moeten er aldus ook toe leiden dat de gemeenteraad beter in positie wordt gebracht als kadersteller en controleur.

Voorstel
De raad wordt verzocht om in te stemmen met de conclusies van het onderzoek naar de schuldhulpverlening in Venlo en uitvoering te geven aan aanbeveling 1.
Het college wordt verzocht uitvoering te geven aan aanbeveling 2 tot en met 19.

1. Raad; vraag van het college een actieplan en ga dat controleren. 2. Maak een analyse van het schuldenprobleem en de risicogroepen.
2. Stel een gemeentelijke verordening vast.
3. Scherp samen met de uitvoering de doelen aan.
4. Zorg voor goede bezetting.
5. Verbind beleid en uitvoering.
6. Zorg voor meer structuur en aansturing van de uitvoering.
7. Creëer beter zicht op (on)mogelijkheden van de klant aan de ‘voorkant’.
8. Registreer belangrijke gegevens over de uitvoering.
9. Versterk de aansturing.
10. Organiseer betere afstemming en samenwerking binnen de gemeente.
11. Registreer de schuldhulpvragen in de buurten.
12. Maak de toegang tot schuldhulpverlening inzichtelijk.
13. Werk beter samen met de vrijwilligersorganisaties.
14. Versterk de samenwerking met PLANgroep.
15. Werk doelgerichter en meer structureel aan preventie.
16. Organiseer de vroegsignalering goed en inzichtelijk.
17. Verbeter het inzicht en de grip op bewindvoering.
18. Kies het perspectief van de inwoners.

Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs
Portefeuillehouder: wethouder Schatorjé

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om de regiovisie Aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling voor Noord -en Midden-Limburg vast te stellen. Daarmee worden de ambities en doelen voor de regionale aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld. In Noord- en Midden Limburg telden we in 2018 3.634 meldingen, in totaal werden 1.752 adviezen gegeven. Uitgangspunt van de aanpak die nu voorligt is: eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risico gestuurde zorg. De regiovisie is tot stand gekomen in samenwerking met de partners uit de 14 gemeenten en de keten zorg en veiligheid. De onderlegger voor deze regiovisie is het landelijke programma ‘Geweld Hoort Nergens Thuis’. Nieuw in deze actualisatie is de verwerking in de visie van het rijks programma ‘Geweld Hoort Nergens Thuis’. In Bijlage 1 op pagina 23 vindt u een samenvatting van de regionale actiepunten.

Wat ligt voor?
Kern van de regiovisie is dat samenwerking voorop staat en dat die in de eerste plaats gericht moet zijn op het werken aan directe veiligheid en pas daarna gericht kan worden op het aanpakken van de oorzaken die ten grondslag liggen aan de onveiligheid. Doel is om huiselijk geweld en kindermishandeling eerder en beter in beeld te hebben en ervoor te zorgen dat iedereen weet wat te doen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Bij een vermoeden wordt overgegaan tot actie. Zo kan de duur van het geweld worden verkort. Met dit programma wordt verder ook gewerkt aan duurzame oplossingen voor bestaande knelpunten. Dat betekent dat voor slachtoffers altijd de veiligheid duurzaam geborgd is, dat er passende hulp is en plegers passend worden aangepakt. Tot slot is er in de aanpak regionaal aandacht voor specifieke groepen. Daarbij gaat het om:
• Kinderen in kwetsbare opvoedsituaties:
 kinderen van KOPP/KVO/LVB* problematiek
 kinderen van statushouders
 kinderen in problematische vechtscheidingen
• Sexuele uitbuiting en loverboyproblematiek
• Ouderenmishandeling.
• Arbeidsmigranten.

Uitgegaan wordt van vijf fasen in het aanbieden van zorg:
• Werken aan directe veiligheid met een veiligheidsplan;
• Werken aan stabiele veiligheid met een hulpverleningsplan voor risico gestuurde zorg;
• Werken aan herstel van de ontwikkeling van de individuele gezinsleden met herstelplannen voor trauma-geïnformeerde en herstelgerichte zorg;
• Werken aan stabilisatie door het evalueren en bijstellen van eerder gestelde doelen;
• Werken aan het leren omgaan met terugval met een toekomstplan.

Regionale samenwerking
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, dit is opgenomen in de Wet maatschappelijke ondersteuning en in de Jeugdwet. Door regionaal samen te werken willen de 14 gemeenten in de regio Noord- en Midden-Limburg, in nauwe samenwerking met de partners, een sluitende en integrale aanpak voor slachtoffers, daders en direct betrokkenen (zoals kinderen) van huiselijk geweld en kindermishandeling realiseren. De gemeente Venlo neemt hierin het voortouw.