Oordeelsvormende raadsvergadering

Sessievoorzitter: Harro Schroeder
Portefeuillehouder(s): burgemeester Antoin Scholten en wethouder Erwin Boom

Toelichting:
Voor u ligt de tijdens het Interpellatiedebat van oktober 2019 door het college van BenW toegezegde integrale (strategische) spoorvisie. Maart jl. bent u via Raadsinformatiebrief 2020-46 geïnformeerd over het proces van totstandkoming.
De nu voorliggende spoorvisie (‘Synergie tussen stad en spoor; Spoorvisie Venlo’) is volgens dat proces tot stand gekomen.
Bij het proces van opstellen van de Spoorvisie Venlo werd een brede selectie van belanghebbenden betrokken.

Integrale visie
De Spoorvisie is een integrale visie. Behalve aan het thema bereikbaarheid (spoorgoederenvervoer en personenvervoer) wordt in de Spoorvisie ook aandacht geschonken aan de thema’s stedelijke ontwikkeling, regionale economie, duurzaamheid en leefbaarheid en veiligheid. Daarnaast wordt in de visie nadrukkelijk ingegaan op de internationale positie van Venlo en grensoverschrijdende spoorverbindingen. De relatie met de raadsprogramma’s Centrumstad Venlo, Leefbaar Venlo, Grenzeloos Venlo en Circulaire en duurzame hoofdstad is evident.
De Spoorvisie Venlo is zo goed als mogelijk afgestemd op de Trendsportal en de nog te ontwikkelen Strategische stadsvisie 2040, de Havenvisie en de Parkeervisie.

De Spoorvisie: strategische hoofdrichtingen en keuzes
In de Spoorvisie is een onderscheid gemaakt tussen personen- en goederenvervoer en is gekeken naar de (potentiële) positie van Venlo op het spoorwegennet voor beide vervoerstromen. Op basis van dit onderscheid is een viertal mogelijke toekomstbeelden geschetst:

• Venlo blijft een regionale hub voor personenvervoer en een internationale hub voor goederenvervoer (huidige situatie)
• Venlo blijft een regionale hub voor personenvervoer en schaalt af tot een regionale hub voor goederenvervoer
• Venlo wordt een internationale hub voor personenvervoer en schaalt af te schalen tot een regionale hub voor goederenvervoer
• Venlo wordt een internationale hub voor personenvervoer en blijft een internationale hub voor goederenvervoer

Deze vier opties zijn door middel van een uitgebreide omgevings- en contextanalyse onderzocht en getoetst. Hierbij is nadrukkelijk gekeken naar de positieve en negatieve effecten van deze vier opties voor de (duurzame) economische en stedelijke ontwikkeling enerzijds en voor de leefbaarheid en veiligheid anderzijds. Daarnaast is ook nadrukkelijk gekeken naar de realiteitswaarde, draagvlak en haalbaarheid, wetende dat de rol die de gemeente speelt op het gebied van spoorvervoer beperkt is. Hiervoor is met een aantal belanghebbende partijen gesproken (ProRail, vervoerders, ondernemers, onderwijs en overheden).

Voorgaande exercities hebben er toe geleid dat in de Spoorvisie is gekozen voor ‘Venlo als internationale knoop voor goederen- én personen¬vervoer’.
Er is geconcludeerd dat de ontwikkeling tot een internationaal knooppunt voor goederen én personenvervoer Venlo de meeste kansen biedt. Ingezet wordt op een gelijktijdige en gelijkwaardige ontwikkeling van Venlo tot internationaal knooppunt in het goederen- én personenvervoer in combinatie met een uiteindelijke vermindering van alle vormen van met het spoorvervoer samenhangende hinder. We blijven dus de positie als internationale hub in het goederenvervoer blijven omarmen, maar verbreden tegelijkertijd dus de inzet.

De noodzaak tot verbreding volgt allereerst uit de constatering dat de ontwikkeling van Venlo als knooppunt van personenvervoer de afgelopen decennia is achtergebleven bij de ontwikkeling tot logistieke hub. De voorziene aanpassingen en uitbreidingen van het spoorwegnet rondom Venlo, primair noodzakelijk ten behoeve van spoorgoederenvervoer en logistiek, creëren echter de mogelijkheid om tegelijkertijd tot substantiële verbeteringen van het nationale en internationale personenvervoer via Venlo te komen. Deze winwin is er ook op het gebied van leefbaarheid. De ontwikkeling van Venlo tot internationale hub in zowel het personen- als goederenvervoer per spoor vraagt om forse ruimtelijke ingrepen, vooral op en rondom het emplacement bij station Venlo, door met name hogere overheden. Dit is een uitgelezen kans om bij de ontwikkeling van de oplossingsrichtingen de leefbaarheid, veiligheid en de kwaliteit van de stad en stationsgebieden Venlo en Blerick integraal mee te nemen. Vandaar dat de titel van de spoorvisie luidt: ‘Synergie tussen stad en spoor’.

De visie bevat ook al een aantal generieke en specifieke aanbevelingen die na vaststelling van de visie door de raad, door het college, samen met betrokken partijen, worden uitgewerkt en opgepakt.

Financieel
De spoorvisie heeft geen directe financiële consequenties. De financiële doorkijk zal in het nog op te stellen uitvoeringsplan vorm krijgen. De eventueel benodigde investeringen zullen dan elke keer bij de begrotingsbehandelingen worden opgevoerd.

Risico’s
Het Venlose spoordossier kent veel deeldossiers, belanghebbenden en dimensies (stedelijke ontwikkeling, regionale economie, bereikbaarheid, duurzaamheid, leefbaarheid en veiligheid). Er zijn zeer verschillende lokale, regionale, nationale en zelfs Europese belangen gemoeid en er is sprake van grote politieke, beleidsmatige en financiële afhankelijkheid van hogere overheden bij de grote en complexe opgaven waarvoor Venlo staat.

Themabijeenkomst Spoorvisie 11 november 2020
Op woensdag 11 november vindt een digitale Themabijeenkomst plaats bij dit raadsvoorstel. Daar ben u in de gelegenheid inhoudelijke vragen te stellen.

Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om het bestemmingsplan Vilgert 45 in Velden vast te stellen.
Het gaat hier om een bestemmingsplanwijziging voor de omzetting van een agrarische bedrijfswoning in een burgerwoning op dit adres. Van oorsprong was op onderliggende locatie een glastuinbouwbedrijf gevestigd. De woning is feitelijk niet meer in gebruik als bedrijfswoning. Zie raadsinformatiebrief 2020-87. De beoogde ontwikkeling past binnen het ruimtelijk rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid, vastgelegd in de ‘Ruimtelijke Structuurvisie Venlo – Ruimte binnen grenzen’ van 25 juni 2014.
Er zijn geen zienswijzen ingediend op het plan. Een exploitatieplan is niet nodig.
De kosten voor het opstellen van de bestemmingsplanherziening worden gedragen door de initiatiefnemer. Er is verder een planschadeverhaalsovereenkomst met de verzoeker gesloten voor het afwentelen van eventuele tegemoetkoming in planschade.

Vervolg
Na vaststelling van het bestemmingsplan, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Nu er geen zienswijzen zijn ingediend en ook het bestemmingsplan wordt vastgesteld, is beroep enkel mogelijk door diegene die aantoont dat hij/zij niet in de gelegenheid is geweest om een zienswijze in te stellen. De kans dat er een ontvankelijk beroep wordt ingediend is gering. Bij het uitblijven van beroep wordt het bestemmingsplan na zes weken onherroepelijk.

Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
De raad wordt voorgesteld om het bestemmingsplan Kapelstraat 41 in Lomm vast te stellen. (Zie ook raadsinformatiebrief 2020-21). Het gaat hier om een bestemmingsplanwijziging voor de omzetting van een agrarische bedrijfswoning in een burgerwoning op deze locatie.
Er zijn geen zienswijzen ingediend op het plan. Een exploitatieplan is niet nodig.
De beoogde ontwikkeling past binnen het ruimtelijk rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid, vastgelegd in de ‘Ruimtelijke Structuurvisie Venlo – Ruimte binnen grenzen’ van 25 juni 2014.

Vervolg
Na vaststelling van het bestemmingsplan, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Nu er geen zienswijzen zijn ingediend en ook het bestemmingsplan wordt vastgesteld, is beroep enkel mogelijk door diegene die aantoont dat hij/zij niet in de gelegenheid is geweest om een zienswijze in te stellen. De kans dat er een ontvankelijk beroep wordt ingediend is gering. Bij het uitblijven van beroep wordt het bestemmingsplan na zes weken onherroepelijk.

Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs
Portefeuillehouder: wethouder Sjors Peeters

Toelichting:
De afgelopen twee jaar bent u door het college van BenW vier maal via een Raadsinformatiebrief geïnformeerd in aanloop naar de uiteindelijk nu in een raadsvoorstel voorgelegde parapluplannen (bestemmingsplannen) voor Kamerbewoning en Wonen.
Met behulp van deze nieuwe regelgeving kan de gemeente Venlo uniform sturend optreden in geval van nieuwe ongewenste woningen in het stedelijk gebied en (grootschalige) kamerbewoning binnen de gemeente Venlo. Daarmee beoogt het college van BenW een goed leefklimaat en een goede ruimtelijke ordening te bewerkstellingen.

Wat wordt voorgesteld
De raad wordt voorgesteld, om de paraplubestemmingsplannen en -beheersverordeningen Kamerbewoning en Reguleren onbenutte plancapaciteit wonen vast te stellen conform de ambtshalve wijzigingen(zie pagina 7 van het raadsvoorstel), die betrekking hebben op de regels van de onderhavige paraplubestemmingsplannen en - beheersverordeningen.
Tevens wordt voorgesteld, de nota van wijzigingen (bijlage 2 bij dit raadsvoorstel) en de nota van zienswijzen (bijlage 1) bij dit raadsvoorstel vast te stellen. De vast te stellen paraplubestemmingsplannen en paraplubeheersverordeningen betreffen:

• twee bestemmingsplannen ‘Reguleren onbenutte plancapaciteit wonen’ (één analoog en één digitaal exemplaar);
• een beheersverordening ‘Reguleren onbenutte plancapaciteit wonen’;
• twee paraplubestemmingsplannen ‘Kamerbewoning’ (één digitaal en één analoog exemplaar);
• en een beheersverordening ‘Kamerbewoning’

De parapluplannen voorzien verder niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en daarmee ook niet in een bouwplan, zoals genoemd in artikel 6.2.1 Bro (Besluit ruimtelijke ordening).
Het opstellen van een exploitatieplan is daarmee niet aan de orde. Dit dient expliciet te worden besloten (zie beslispunt 3. van het raadsvoorstel).

Zienswijzen
Er zijn door acht reclamanten zienswijzen ingediend.
Enerzijds vindt men dat de parapluplannen nog niet ver genoeg gaan; er bestaan nog steeds zorgen over de leefbaarheid in de buurt door het ontbreken in de plannen van normstellingen per straat of wijk en het ontbreken van een sanctiebeleid.
Aan de andere kant maken pandeigenaren en kamerverhuurders zich zorgen over de bestaande situatie in hun pand. Ze verzoeken de ontwerpplannen zodanig aan te passen, dat lopende vergunningaanvragen worden meegenomen en specifieke situaties worden gelegaliseerd.
Het college van BenW is van mening, dat in de parapluplannen de mogelijkheden voor woningsplitsing en kamerbewoning worden beperkt, juist met als doel om meer grip te krijgen op overbewoning en daarmee op de leefbaarheid in de wijken, en dat daarbij over iedere nieuwe aanvraag om een omgevingsvergunning een weloverwogen afweging gemaakt kan worden. In de parapluplannen en in de bijbehorende beleidsregel ‘Kamerverhuur, woningsplitsing en woningomzetting Venlo 2020’ zijn volgens het college voldoende concrete voorwaarden en criteria opgenomen, zoals het overleggen van een leefbaarheidstoets (en waar deze aan moet voldoen) en het voeren van een omgevingsdialoog. De gemeente heeft daarmee voldoende tools om een juiste afweging te maken.

Ambtshalve aanpassing
Gebleken is, dat het ongelimiteerd toevoegen van appartementen in een kelder of souterrain, maar ook op een zolder of dakopbouw op grond van de huidige regels van de ontwerpplannen nog steeds zonder omgevingsvergunning mogelijk is. Voorgesteld wordt de regels zodanig aan te passen dat dezelfde regeling ook voor zolders, souterrains e.d. geldt. Daarbij zijn de regels voor het toevoegen van een woning per bouwlaag aangescherpt. In bijgevoegde nota van wijzigingen treft u een nadere duiding van alle ambtelijke wijzigingen aan (bijlage 2). De doorgevoerde wijzigingen zijn ondergeschikt van aard en dragen bij aan de hoofdopzet van het plan.

Vervolgprocedure
Na vaststelling van de paraplubestemmingsplannen en het besluit tot niet vaststellen van een exploitatieplan worden deze besluiten gepubliceerd en gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn kan tegen deze besluiten beroep worden ingediend bij de Raad van State.

Sessievoorzitter: Gerrit Schuurs
Portefeuillehouder: wethouder Alexander Vervoort

Toelichting:
Bij de behandeling en vaststelling van het beleidsplan “Actief uit armoede en schulden – Integrale aanpak 2019-2022” in 2018 is afgesproken het eerste jaar van de beleidsperiode te gebruiken om ervaringen op te doen en te bezien of aanpassing nodig is. Daarnaast zijn er drie ontwikkelingen die vragen om aanscherping van het beleid (motie armoedebeleid november ’19, rekenkamerrapport en art. 213 onderzoek).
Het college vraagt de raad om de hieruit voortvloeiende aanpassingen vast te stellen in de vorm van een “addendum” bij het beleidsplan.

In het addendum is het beleid in 4 fasen verdeeld:

1. Preventie
   Centraal staan de zogeheten levensgebeurtenissen zoals geboorte, dood, scheiding.
2. (Vroeg)signalering
   Inwoners die zelf geen ondersteuning zoeken in beeld krijgen via:
   • Interne verwijzingen
   • Externe verwijzingen
   • Signaleren door derden
   Daarnaast wordt extra ingezet op het bereiken van kinderen onder 12 jaar en ouderen.
3. Curatie
   Geen verdere aanscherping (aanbod en slagingspercentage zijn adequaat)
4. Nazorg
   Check 6 maanden voor het einde van de schuldregeling wat iemand nodig heeft om financieel zelfredzaam te worden.