Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

Oordeelsvormende raadsvergadering

woensdag 18 mei 2022

19:00 - 20:35
Locatie

Stadhuis Parterre

Voorzitter
Harro Schroeder
Toelichting

Debat tussen de diverse fracties, uitwisselen en doorvragen van argumenten met als doel om tot een goede weging te komen van voor- en nadelen van het betreffende voorstel of onderwerp.

Agenda documenten

Agendapunten

  1. 1

    Sessievoorzitter: Harro Schroeder


    Toelichting:
    Iedere raadsfractie ontvangt jaarlijks een fractievergoeding, als tegemoetkoming in de kosten die men jaarlijks maakt voor eigen fractieactiviteiten.
    Ingevolge art. 1, 2e lid van de Verordening op de Fractieondersteuning, wordt bij de start van elke nieuwe raadsperiode bij raadsbesluit de maximale vergoeding per raadsfractie per jaar vastgesteld. De vergoeding bestaat uit een vast bedrag per fractie, vermeerderd met een bedrag per raadszetel van de betrokken fractie.


    Het totale gemeentelijke budget voor fractievergoedingen is op dit moment € 56.711,-- (wordt jaarlijks geïndexeerd).
    Voorgesteld wordt de raadsperiode 2022 – 2026 per fractie voor een volledig raadsjaar een basisbedrag vast te stellen van € 2000,-- (net zoals in de vorige raadsperiode) vermeerderd met een bedrag van € 890,-- per zetel.


    De achterliggende berekening is als volgt:
    € 56.711,-- - € 22.000,-- (11 fracties x vast bedrag van ( € 2.000,--) = € 34.711,-- (restant).
    € 34.711,-- : 39 zetels = € 890,-- per zetel.

  2. 2
    Grenzeloos Venlo
  3. 2.a

    Sessievoorzitter: Harro Schroeder
    Portefeuillehouder: burgemeester Scholten


    Voorstel:
    U wordt gevraagd te besluiten bijgaande zienswijzen op de ontwerpbegrotingen 2023 van BsGW, MGR Sociaal Domein Limburg-Noord, Omnibuzz en de Veiligheidsregio Limburg-Noord te versturen.

    • Indien u van mening bent dat er nadere wensen en bedenkingen worden toegevoegd aan de geformuleerde zienswijzen, dan is dat mogelijk ter vergadering in de vorm van een mondeling amendement.

    Aanleiding:
    De raad is bevoegd om zijn zienswijze ten aanzien van de ontwerpbegroting kenbaar te maken (artikel 35, derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)). Het dagelijks bestuur (van de gemeenschappelijke regeling) voegt het commentaar van de Venlose en dat van de andere deelnemende gemeenteraden vervolgens toe aan de ontwerpbegroting zoals deze door hem aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
    In de regio Noord-Limburg is afgesproken om de aanlevering op een moment te verzorgen dat de zienswijzen van de vijf ‘grote’ gemeenschappelijke regelingen door middel van een verzamelvoorstel aan de verschillende gemeenteraden worden aangeboden.
    De ontwerpbegroting van de RUD Limburg Noord was helaas niet tijdig gereed en zult u op een later moment ontvangen.


    Beoogd effect:
    De gemeenteraad op een eenvoudige wijze in staat stellen om commentaar ten aanzien van vier grote gemeenschappelijke regelingen kenbaar te maken en mee te laten nemen in de besluitvorming in het algemeen bestuur over de begroting 2023.


    Toelichting inhoud:
    In het raadsvoorstel vindt u meer informatie over belangrijke inhoudelijke en financiële wijzigingen (punt E), de bijdrage(n) van de gemeente Venlo (punten F en G) en het financieel effect op de begroting van Venlo (punt H).
    Hieronder worden kort de voorgestelde zienswijzen (punt J) per gemeenschappelijke regeling benoemd.


    • Omnibuzz
      Wij adviseren u om geen zienswijze in te dienen.

    • Modulaire Gemeenschappelijk Regeling sociaal domein Limburg-Noord (MGR)
      Allereerst dankt de gemeenteraad u voor het aanbieden van de Begroting 2023 en de Verantwoording 2021.
      In de samenvatting van de Begroting 2023 geeft u aan dat met de goedkeuring van de begroting 2023-2026 akkoord wordt gegeven op de volgende 4 punten:
      1. Indexering
      2. Materiële controle
      3. Beheer baselines Sturing & Sturing
      4. Verlagen bijdrage

    Hieronder gaan wij in op ieder van deze punten.
    Ad 1: Indexering Het stemt ons positief dat indexering voor 2023 opnieuw niet nodig blijkt, omdat de Begroting 2023 zero-based is opgebouwd. Wij houden er echter rekening mee dat het niet kan worden uitgesloten dat indexering in een komend begrotingsjaar wel nodig is.
    Ad 2: Materiële controle U stelt dat door een daling in de personeelskosten er ruimte is gevonden voor het werven van een medewerker materiële controle. Wij zien dit als een positieve ontwikkeling. Vooral omdat de eventuele besparingen die naar aanleiding van een materiële controle bij een aanbieder gerealiseerd kunnen worden, rechtstreeks ten goede zullen komen aan de gemeenten (via lagere zorguitgaven).
    Ad 3: Beheer baselines Sturing & Inkoop Het beheer van de baselines, die in het kader van het programma Sturing & Inkoop zijn ontwikkeld, wordt ondergebracht bij de MGR. Hiermee verzorgt de MGR ondersteuning voor de deelnemende gemeenten en dit past volgens ons daarom prima bij het doel van de MGR en reden waarom de MGR destijds is opgericht. Wij hebben begrepen dat de MGR het beheer van de baselines al (voor een gedeelte) gaat uitvoeren in 2022. Deze taak was niet opgenomen in de primitieve begroting over 2022, noch in de begrotingswijziging. Wij vragen hier daarom aandacht voor en verwachten van u dat u erop toeziet dat dit niet leidt tot een overschrijding in 2022.
    Ad 4: Verlagen bijdrage Wij achten het onverstandig om de bijdrage (en daarmee het beschikbare uitvoeringsbudget van de MGR) te verlagen met € 43.000. Wij waarderen dat u de uitvoeringskosten van de MGR kritisch beschouwt en deze zo laag mogelijk probeert te houden. In dit geval zijn wij echter van mening dat het beter is om de bijdrage te handhaven op het niveau zoals opgenomen in de begrotingswijzing MGR 2022.


    Wij stellen u voor om het budget a € 43.000 te reserveren voor nieuwe ontwikkelingen in 2022. Wij zien hiervoor de volgende aanleidingen:
    1. De MGR heeft de laatste jaren een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Wij zien dat dit mede een gevolg is van het creatief inzetten van beschikbare middelen en het inspelen op kansen die zich gedurende het jaar voordoen. Uit de ontwikkelingen en uitgangspunten die u schetste in de kaderbrief voor de begroting 2023-2026 leiden wij af dat ook voor 2023 het aannemelijk te maken is dat een (investerings)budget nodig zal blijken te zijn;
    2. U geeft zelf aan dat er gedurende 2022 nog aanpassingen verwacht worden in de baten en lasten binnen de tweede module. Dan pas wordt duidelijk wat de exacte hoogte zal zijn van uw uitvoeringsbudget. Hierover ontvangen wij later dit jaar een begrotingswijziging.


    Indien u ons voorstel overneemt verandert de totale begroting van de MGR. Wij vragen u om dit zo spoedig mogelijk te verwerken, inclusief de wijze waarop dit verdeeld wordt over de twee modules, en dit aan ons kenbaar te maken. Voor onze gemeentelijke begroting gaan wij voor nu uit van de laatste begroting(swijziging) 2022 MGR, de kostenverdeling over de modules en de hoogte van de gemeentelijke bijdrage.


    • Belastingsamenwerking BsGW
      In uw brief van 24 februari 2022 vraagt u om onze zienswijze kenbaar te maken ten aanzien van de ontwerpbegroting 2023 en de ontwerp meerjarenbegroting 2023-2027 van de Belastingsamenwerking gemeenten en waterschappen (BsGW).
      Wij stellen u voor om de volgende zinsnede en opmerkingen op te nemen in de zienswijze:
      In haar vergadering van 25 mei 2022 heeft de raad met de ontwerpbegroting 2023 en met de ontwerpmeerjarenbegroting 2023-2027 ingestemd.

    Daarnaast verzoeken wij om een reactie op de volgende punten:
    a. Het OOP 2018-2029 (Ondernemings- en ontwikkelplan) moet leiden tot een structurele kostenreductie van € 1,3 miljoen. Dit zou moeten worden gerealiseerd middels een formatie reductie van 20 fte tot en met 2024. In de voorliggende conceptbegroting wordt voorgesteld om de begrotingspost sociale lasten met € 900.000 verhogen. Wij verzoeken u om nader toe te lichten hoe deze verhoging zich verhoudt tot de te realiseren kostenreductie conform het OOP.
    b. Wij willen er voor de toekomst bij u op aandringen dat redelijke voorspelbare grote uitgaven dan wel investeringen (zoals het project AHA) al in een veel vroeger stadium met de deelnemers worden gedeeld en voorzienbare financiële effecten van tevoren worden opgenomen in de begroting.


    • Veiligheidsregio Limburg-Noord
      Onderdeel concept jaarverantwoording 2021
      Nationale Reddingsvloot
      Tijdens de hoogwatercrisis heeft de Reddingsbrigade werkzaamheden gedaan die normaal onder de Reddingsvloot vallen. Door hun niet commerciële opzet, is het risico dat lokale Reddingsbrigades niet meer kunnen voorzien in een goede exploitatie van hun boten. Ook is niet duidelijk welke rol een lokale Reddingsbrigade heeft ten tijde van hoogwater en wie hen aanstuurt, daar in Limburg-Noord is besloten dat de lokale Reddingsbrigade geen deel uitmaken van de Nationale Reddingsvloot. Wij verzoekende VRLN om over de inzet en aansturing van de Reddingsbrigade regionaal afspraken te maken.
      Onderdeel ontwerpbegroting 2023
      Stemrecht en verdeelsleutel financiële bijdragen lopen niet synchroon
      De financiële jaarlijkse bijdrage aan de Veiligheidsregio Limburg-Noord is gebaseerd op het inwoneraantal. Het stemrecht is echter voor iedere gemeente gelijk. Ons inziens is deze verdeling niet reëel en wij verzoeken derhalve om wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Limburg-Noord. Ons voorstel is het stemrecht van de gemeenten te baseren op het inwoneraantal zodat er sprake is van een gewogen stemming en dit synchroon loopt met de methodiek van de jaarlijkse bijdragen.

    Financiën:
    De gemeenschappelijke regelingen hebben een autonoom karakter, waardoor zij zelf de begroting opstellen, waaraan de gemeente Venlo zich dient te committeren. Voor de begroting 2023 van gemeente Venlo betekent dit een verhoging van € 684.482 die zal worden meegenomen in de voorbereiding van de programmabegroting 2023-2026.


    Kanttekening:
    Voorgaande jaren zijn de verschillende zienswijzen behandeld als raadsconsultatie waarin wensen en bedenkingen uitgesproken konden worden. Dit maal is er gekozen voor een raadsvoorstel. Nadere afstemming met het college over deze keuze en het vervolg volgt.

  4. 3
    Betrekking op alle programma's
  5. 3.a

    Sessievoorzitter: Harro Schroeder
    Portefeuillehouder: wethouder Frans Schatorjé


    Toelichting:
    In deze bijeenkomst ligt de kadernota 2023 voor. Vraag voor de raad is:
    • Welke kaders geven wij het college mee voor de Begroting 2023-2026?
    • Wat willen we nog aanvullen of wijzigen?
    • Is de input uit het richtingendebat van 9 maart m.b.t. de omgevingsanalyse voldoende verwerkt in de kadernota?


    Wat ligt voor?
    De raad wordt voorgesteld om in te stemmen met de inhoudelijke en financiële kaders voor de programmabegroting 2023 – 2026. Als onderlegger voor het debat is ter informatie bijgevoegd het voorlopige financieel resultaat 2021 (RIB 2022-67).
    In deze oordeelsvormende bijeenkomst wordt de raad in de gelegenheid gesteld om politieke vragen te stellen aan het college en met elkaar te debatteren en argumenten uit te wisselen over de kaders voor 2023 en van gedachten te wisselen over moties en amendementen.
    Dit alles in de wetenschap dat het proces van coalitievorming met de daaruit volgende programmatische accenten nog in besluitvorming gebracht moeten worden. Uiteindelijk zal dit in financiële zin vertaald worden in de begroting 2023 en volgende jaren.
    Voorafgaand aan de oordeelsvorming is het voor bewoners en partners van 19.00 tot 19.15 uur mogelijk om in te spreken op de kadernota 2023 en de RIB over het voorlopige rekeningresultaat 2021. Voor een toelichting op het financiële meerjarenperspectief zie de paragraaf budgettaire context.


    Jaarstukken RIB 2022-67
    Goed om te weten is dat de jaarrekening 2021 met een positief resultaat van € 31 miljoen afsluit.
    De afrekening met de zorgaanbieders is nu nog niet meegenomen in het oordeel van de accountant (wel in het voorlopig resultaat). Op dit moment wordt de accountantscontrole afgerond. Maar ook hier wordt een positief resultaat verwacht. Daarnaast is sprake van een begroot begrotingsoverschot van € 1 miljoen, dat door een begrotingswijziging al is toegevoegd aan het (weerstands)vermogen.
    Bij de FinRap 2021 was de prognose € 11,5 miljoen positief inclusief negatief resultaat COVID-19 van € 2,7 miljoen. Derhalve laat de jaarrekening een positiever resultaat zien ten opzichte van de FinRap van € 19,5 miljoen. Dit positieve verschil in resultaat ten opzichte van de FinRap 2021 is voornamelijk incidenteel, zoals bijvoorbeeld € 9,1 miljoen uit het Gemeentefonds en € 3,5 miljoen uit de afrekening met de zorgaanbieders.
    De kadernota laat zien dat Venlo er financieel gezien goed voor staat. De inkomsten en uitgaven zijn in balans. De vooruitzichten in de Kadernota zijn dat het vanaf 2026 financieel weer een stuk krapper zal worden, vooral omdat Venlo vanaf dan veel minder incidentele vergoedingen vanuit het Rijk mag verwachten. De kadernota geeft aan dat Venlo behoedzaam moet blijven om ook op lange termijn de inkomsten en uitgaven in balans te houden.
    Voor de beoordeling van de financiële positie van de stad kunt u ook gebruik maken van de brief van de Rekenkamer Venlo ‘Aandachtspunten gemeentelijke financiën’, die de Rekenkamer op 26 april jongstleden heeft gepresenteerd. Deze bevat een inhoudelijk samenvattend beeld op hoofdlijnen, geeft aan wat de Rekenkamer betreft aandachtspunten zijn, waarbij de kamer ook aanbevelingen voor uw raad formuleert.


    Besluitvorming
    In de (besluitvormende) raadsvergadering over de Kadernota op 25 mei kunnen de fracties hun algemene beschouwingen presenteren als context en ter onderbouwing van hun wensen voor de begroting.
    In RIB 2022-67 vindt u al een eerste richting aan voor een toekomstig voorstel van het college voor de bestemming van het positieve resultaat. Het raadsdebat over de bestemming van dit budget vindt plaats op 29 juni bij behandeling van het voorstel over de definitieve jaarrekening 2021.


    Vervolg
    Na vaststelling van de kadernota werkt de organisatie deze kaders en opdrachten uit in de conceptbegroting. Bij de behandeling van de begroting wordt de raad gevraagd om in te stemmen met de wijze waarop het college daaraan concreet invulling is gegeven.